88
4. ELEKTRISCHE BEDRADING
4-1. Algemene voorzorgen voor de bedrading
(1) Vooruaandebedradingbegint,moetuhetopgegeven
voltage van het toestel zoals aangegeven op de naamplaat
controleren en dan de bedrading zorgvuldig volgens het
bedradingsschema uitvoeren.
WAARSCHUWING
(2) We bevelen u ten sterkste aan om deze apparatuur
te installeren met een aardlekschakelaar of
verliesstroomschakelaar. Anders kunnen defecten aan
de apparatuur of aan de isolatie leiden tot elektrische
schokken en brand.
Er moeten aardlekschakelaars worden opgenomen
in de vaste bedrading in overeenstemming met de
geldenderegelingenvoorelektrischebedrading.De
aardlekschakelaars moeten van het juiste amperage
(10-16 A) zijn en moeten alle polen gelijktijdig
onderbreken.
(3) Om eventuele risico’s van het kapot raken van isolatie
te voorkomen, moet het toestel geaard worden.
(4) Alle bedradingsaansluitingen moeten worden uitgevoerd
overeenkomstighetbedradingsschema.Verkeerde
bedrading kan leiden tot storingen of schade aan het
toestel.
(5) Zorg ervoor dat de bedrading niet in aanraking kan komen
met de koelleidingen, de compressor, of met bewegende
onderdelen van de ventilator.
(6) Niet-geautoriseerde wijzigingen in de interne bedrading
kunnenzeergevaarlijkzijn.Defabrikantaanvaardt
geen aansprakelijkheid voor enige schade of storing als
resultaat van dergelijke niet-geautoriseerde wijzigingen.
(7) Deregelgevingoverdevereistediametervande
bedradingverschiltvanplaatstotplaats.Voordejuiste
regelgeving voor de bedrading dient u uw PLAATSELIJKE
ELEKTRISCHEREGELGEVINGteraadplegenvoorude
werkzaamheden begint. U moet zich ervan verzekeren dat
de installatie voldoet aan alle toepasselijke regelgeving.
(8) Om storingen of defecten van de airconditioner door
elektrische ruis of storing te voorkomen, moet de
bedrading zorgvuldig worden uitgevoerd:
● Debedradingvoordeafstandsbedieningende
bediening tussen de units moet gescheiden worden
uitgevoerd van de stroomdraden tussen de units.
● Gebruik afgeschermde draden voor de
bedieningsbedrading tussen de units en aard de
afscherming aan beide zijden.
(9) Als het stroomsnoer van dit toestel beschadigd is, moet het
vervangen worden door een reparateur die is aangewezen
door de fabrikant, omdat er speciaal gereedschap voor
vereist is.
4-2. Aanbevolen draadlengte en draaddiameter voor
de stroomvoorziening
Binnenunit
Type
(B)
Stroomvoorziening
Vertraagde zekering
of capaciteit van het
circuit
2,5 mm
2
Y2 Max. 130 m 10-16 A
Bedieningsbedrading
(C) Tussen units
(tussen buiten-
en binnenunits)
bedieningsbedrading
(D) Bedrading
afstandsbediening
(E)
Bedieningsbedrading
voor groepsbediening
0,75 mm
2
(AWG #18)
Gebruik
afgeschermde
bedrading*
0,75 mm
2
(AWG #18)
0,75 mm
2
(AWG #18)
Max. 1.000 m Max. 500 m Max. 200 m (totaal)
O P M ER KIN G
* Met ringvormige draadaansluiting.
Pana_indoor_F616537_L.indb 88 2014/9/11 15:42:58