50 NL/BE
Bevestig de tapeenheid [1] op het biervat []
(afb. G):
– Houd de vergrendeltoetsen [] op de
tapeenheid [1] ingedrukt.
– Lijn de tapeenheid [1] met de
eenwegstapkraan uit. Als deze correct is
uitgelijnd, steekt de handgreep van de
vatadapter [] door de tapeenheid [1].
– Druk de tapeenheid [1] naar beneden totdat
de tapeenheid in de handgreep [] van het
vat vastklikt.
– Laat de vergrendeltoetsen [] van de
tapeenheid [1] los.
Plaats het deksel [] op het koelreservoir []
(afb. H).
Bediening
Sluit het biervat [] aan (zie "Biervat
aansluiten").
Schakel het product in (Zie "Het product
aansluiten en in-/uitschakelen").
Houd een glas onder een hoek van ca. 45°
onder de tapeenheid [1].
Open de tapeenheid: Trek met een snelle
beweging ongeveer 90° aan de greep op de
tapeenheid [1] (afb. I).
De tapeenheid sluiten: Laat de hendel op de
tapeenheid los [1]. De handgreep zwenkt
automatisch terug naar de uitgangspositie.
Biervat [] vervangen:
– Schakel het product uit (zie "Het product
aansluiten en in-/uitschakelen").
– Koppel het product los van de
stroomvoorziening.
– Verwijder het batterijvakdeksel [].
– Houd de vergrendeltoetsen [] van de
tapeenheid [1] ingedrukt. Haal het biervat
uit het koelreservoir [].
– Verwijder de verlengbuis [2] uit de
eenwegstapkraan.
– Haal het biervat [] uit de koelreservoir [].
– Monteer een nieuwe eenwegstapkraan met
de vatadapter [] en de vataansluiting []
van het nieuwe biervat [] (zie "Montage
eenwegstapkraan").
– Sluit het nieuwe biervat [] aan op het
product (zie "Biervat aansluiten").
Laat na gebruik geen ongekoeld, geopend
biervat [] in het product achter.
Reiniging en onderhoud
m
WAARSCHUWING! Risico voor
elektrische schokken! Voordat u het
product reinigt, schakelt u het uit (zie "Het
product aansluiten en in-/uitschakelen")
en koppel het product los van de
stroomvoorziening.
m
OPGELET! Risico op schade aan het
product!
Giet geen water of andere vloeistoffen in het
koelreservoir [].
Reinig geen enkel onderdeel van het product in
de vaatwasser.
Dompel het product nooit onder in water of
andere vloeistoffen.
Gebruik geen chemische, bijtende,
schurende of andere agressieve reiniging- of
desinfectiemiddelen om het product te reinigen,
aangezien deze het oppervlak van het product
kunnen beschadigen.
Reinig regelmatig voedselcontactoppervlakken
en toegankelijke afvoersystemen.