66 NL/BE
Man
Leeftijd weinig
normaal
veel zeer
veel
10–14 <11
% 11–16
% 16,1–21
%
>21,1 %
15–19 <12
% 12–17 17,1–22
%
>22,1 %
20–29 <13
% 13–18
% 18,1–23
% >23,1 %
30–39 <14
% 14–19 19,1–24
%
>24,1 %
40–49 <15
% 15–20
% 20,1–25
%
>25,1 %
50–59 <16
% 16–21
% 21,1–26
%
>26,1 %
60–69 <17
% 17–22
% 22,1–27
%
>27,1 %
70–100
<18
% 18–23
% 23,1–28
%
>28,1 %
Vrouw
Leeftijd weinig normaal veel zeer
veel
10-14 <16
% 16– 21
% 21,1–26
%
>26,1 %
15-19 <17
% 17– 22
% 22,1–27
%
>27,1 %
20-29 <18
% 18– 23
% 23,1–28
%
>28,1 %
30-39 <19
% 19– 24
% 24,1–29
%
>29,1 %
40-49 <20
% 20– 25
% 25,1–30 %
>30,1 %
50-59 <21
% 21– 26
% 26,1–31
%
>31,1 %
60-69 <22
% 22– 27
% 27,1–32
%
>32,1 %
70-100 <23
% 23– 28
% 28,1–33
%
>33,1 %
Bij sporters wordt vaak een lage waarde vastgesteld.
Afhankelijk van de uitgeoefende sport, trainingsin-
tensiteit en lichamelijke toestand kunnen waarden
worden bereikt, die nog onder de aangegeven richt-
lijn liggen. Houd er echter rekening mee, dat bij ex-
treem lage waarden gevaren voor de gezondheid
kunnen bestaan.
Lichaamswateraandeel
Het aandeel van het lichaamswater in % ligt nor-
maal gesproken tussen de volgende waarden:
Man
Leeftijd slecht goed zeer
goed
10–100 <50 % 50–65 % >65 %
Vrouw
Leeftijd slecht goed zeer
goed
10 –100 <45 % 45–60 % >60 %
Lichaamsvet bevat relatief weinig water. Daarom
kan bij personen met een verhoogd lichaamsvetaan-
deel het lichaamswateraandeel onder de richtlijnen
liggen. Bij duur-sporters daarentegen kunnen de
richtwaarden op basis van een gering vetaandeel
en hoger spieraandeel worden overschreden.
Het vaststellen van het lichaamswater met deze di-
agnoseweegschaal is niet ervoor geschikt, medische
conclusies op bijv. leeftijdsgerelateerde waterop-
hopingen te stellen. Vraag indien nodig uw arts. In
principe geldt, een hoog lichaamswateraandeel te
bereiken.
Spieraandeel
Het spieraandeel in % ligt normaal gesproken
tussen de volgende bereiken:
Man
Leeftijd weinig normaal veel
10–14 <44 % 44–57 % >57 %
15–19 <43 % 43–56 % >56 %
20–29 <42 % 42-54 % >54 %
30–39 <41 % 41–52 % >52 %
40–49 <40 % 40–50 % >50 %
50–59 <39 % 39–48 % >48 %
60–69 <38 % 38–47 % >47 %
70–100 <37 % 37–46 % >46 %
Vrouw
Leeftijd weinig normaal veel
10–14 <36 % 36–43 % >43 %
15–19 <35 % 35–41 % >41 %
20–29 <34 % 34–39 % >39 %
30–39 <33 % 33–38 % >38 %
40–49 <31 % 31–36 % >36 %
50–59 <29 % 29–34 % >34 %