95 NL/BE
3
1
2
Platte kant naar achteren
1
Platte kant
2
Naald
3
Pin
Draadspanning instellen
Voor 90% van uw naaiwerk hoeft u alleen het in-
stelwiel voor de draadspanning op „ 5 ” te zetten.
Het instelwiel voor de draadspanning zit op de bo-
venkant de machine.
Tip: Door een lichte verschuiving van basis-
stand 5 in de + of - richting bereikt men meestal
een beter naadbeeld.
Bij rechte steek
Een goed uitziende naad hangt in sterke mate af
van de juiste draadspanning van boven- en onder-
draad. Bij een correcte draadspanning moet de
verstrengeling van de beide draden in het midden
van uw naaigoed liggen.
Wanneer u onregelmatigheden in het naadbeeld
ziet moet u waarschijnlijk de draadspanning bijstel-
len. Voor het instellen van de draadspanning moet
de naaivoet omlaag staan.
Een symmetrische draadspanning (d.w.z. boven en
onder een identiek naadbeeld) is normaliter alleen
bij de rechte steek gewenst.
1
2
Bovendraadspanning te laagBovendraadspanning te hoog
Spanning verlagen Spanning verhogen
CORRECT
1
Onderkant
2
Bovenkant
113223_Naehmaschine_Singer_Content_BE.indd 95 09.02.15 12:02