0478-404-9607-A
168
Nederlands
10 Motorhak controleren
► Laat de koppelingshendel - wielaandrijving (1) los.
De aandrijving is losgekoppeld en de aandrijfas draait
niet.
10.1 Bedieningsorganen controleren
Vergrendeling
► Schakel de motor uit.
► Probeer de koppelingshendel - wielaandrijving in te
drukken zonder de vergrendeling in te drukken.
► Als de koppelingshendel - wielaandrijving kan worden
ingedrukt: gebruik de motorhak niet en neem contact op
met een STIHL vakhandelaar.
De vergrendeling is defect.
► Druk op de vergrendelingshendel en houd deze ingedrukt.
► Druk op de koppelingshendel - wielaandrijving.
► Laat de koppelingshendel - wielaandrijving los.
► Als de koppelingshendel - wielaandrijving of de
vergrendeling moeilijk bewegen of niet in de
uitgangspositie terugveren: gebruik de motorhak niet en
neem contact op met een STIHL vakhandelaar.
De koppelingshendel - wielaandrijving of de vergrendeling
is defect.
Koppelingshendel - wielaandrijving
► Start de motor.
► Schakel de versnelling 1, 2 of R in.
► Schakel de wielaandrijving in.
De aandrijving is ingeschakeld en de aandrijfas draait.
► Als de wielaandrijving niet wordt ingeschakeld:
► gebruik de motorhak niet en neem contact op met een
STIHL vakhandelaar.
De koppelingshendel - wielaandrijving is defect.
Hoofdschakelaar
► Start de motor.
► Zet de hoofdschakelaar in de positie 0.
De motor slaat af.
► Als de motor niet afslaat:
► gebruik de motorhak niet en neem contact op met een
STIHL vakhandelaar.
De hoofschakelaar is defect.
Gashendel
► Start de motor.
► Verschuif de gashendel.
Het motortoerental verandert.
► Als het motortoerental niet verandert:
► gebruik de motorhak niet en neem contact op met een
STIHL vakhandelaar.
De gashendel is defect.
Versnellingshendel
► Schakel versnelling 0, 1, 2 of R in.
► Als een van de versnellingen niet kan worden
ingeschakeld.
► gebruik de motorhak niet en neem contact op met een
STIHL vakhandelaar.
De versnellingshendel is defect.
10 Motorhak controleren
To Next Page
Loading...
