0478-131-9959-A
163
Nederlands 
25 Veiligheidsinstructies voor grasmaaiers
25.3 Voorbereidende maatregelen
a)Draag bij het gebruik van de machine altijd stevige 
schoenen en een lange broek. Bedien de machine niet op 
blote voeten of op lichte sandalen. Draag geen loszittende 
kleding of kleding met loshangende riemen of banden.
b)Controleer het terrein waarop de machine wordt gebruikt 
en verwijder alle voorwerpen die door de machine kunnen 
worden opgepakt en weggeslingerd.
c)Inspecteer vóór het gebruik altijd visueel of de 
snijmessen, de bevestigingsbouten en de complete 
snijeenheid versleten of beschadigd zijn. Versleten of 
beschadigde snijmessen en bevestigingsbouten mogen 
ter voorkoming van onbalans alleen per set worden 
vervangen. Versleten of beschadigde 
waarschuwingsstickers moeten worden vervangen.
25.4 Gebruik
a)Maai alleen bij daglicht of bij goede kunstverlichting.
b)Gebruik indien mogelijk het apparaat niet bij nat gras.
c)Zorg altijd voor een goede stand op hellingen.
d)Beweeg de machine uitsluitend stapvoets.
e)Maai op hellingen altijd in dwarsrichting en nooit naar 
boven of beneden.
f) Wees bijzonder voorzichtig als u op een helling van 
richting verandert.
g)Maai niet op zeer steile hellingen.
h)Wees bijzonder voorzichtig als u de grasmaaier omdraait 
of naar u toe trekt.
i) Houd het/(de) snijmes(sen) vast als de grasmaaier bij het 
transport over andere ondergronden dan gras moet 
worden opgetild en als de grasmaaier van en naar het 
maaivlak wordt verplaatst.
j) Gebruik de grasmaaier nooit met beschadigde 
veiligheidsvoorzieningen of beschermroosters of zonder 
gemonteerde veiligheidsvoorzieningen, bijvoorbeeld 
botsplaten en/of grasopvanginrichtingen.
k)Start en bedien de startknop voorzichtig, volgens de 
aanwijzingen van de fabrikant. Houd uw voeten op 
voldoende afstand van het/(de) snijmes(sen).
l) Kantel de grasmaaier niet bij het starten van de motor, 
tenzij de grasmaaier bij het proces moet worden opgetild. 
Kantel in dit geval het apparaat slechts zo ver als absoluut 
noodzakelijk is en til alleen de kant op die van de 
gebruiker is afgewend.
m)Start de motor niet als u voor het uitwerpkanaal staat.
n)Houd handen of voeten nooit tegen of onder draaiende 
onderdelen. Blijf altijd uit de buurt van de uitwerpopening.
o)Een grasmaaier met draaiende motor mag nooit worden 
opgetild of gedragen.
p)Zet de motor uit en trek de startsleutel los. Controleer of 
alle bewegende delen volledig tot stilstand gekomen zijn:
– altijd wanneer u de grasmaaier verlaat;
– voordat u blokkades opheft of verstoppingen in het 
uitwerpkanaal verwijdert;
– voordat u de grasmaaier controleert, reinigt of 
werkzaamheden aan de maaier uitvoert;
– wanneer een vreemd voorwerp geraakt is. Zoek naar 
beschadigingen aan de grasmaaier en voer de vereiste 
reparaties uit voordat u opnieuw start en met de 
grasmaaier gaat werken.
Als de grasmaaier ongebruikelijk sterk begint te trillen, 
moet deze onmiddellijk worden nagekeken.
– Zoek naar beschadigingen;
– Voer de vereiste reparaties van beschadigde 
onderdelen uit;
– Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroeven goed 
zijn aangehaald.