277
Handmatig het programma starten
ECO-modus
Werken met de programmatoets
Beginnen met reinigen
• Druk op de knop Zuigaggregaat
AAN/UIT.
De indicator licht op, de zuigmotor
start en de zuigmond wordt automa
-
tisch tot de werkpositie verlaagd.
• Druk op de knop voor de toevoer van
reinigingsoplossing (AAN/UIT)
De indicator licht op.
De toevoer van de reinigingsoplos
-
sing wordt gestart als de borstels
draaien.
• Selecteer de gewenste dosering
door op de +/- knop te drukken voor
een niveau tussen 1 en 6.
NB:
Diversey raadt aan om duurzaam te wer-
ken door de juiste doseerhoeveelheid van
het product te bepalen. Een te hoge of te
lage dosering leidt tot onbevredigende rei-
nigingsresultaten.
NB:
TASKI biedt optioneel een automatische
dosering. Die kan ook achteraf worden in-
gebouwd. Neem contact op met de klan-
tenservice
• Druk op de knop Borstelaandrijving
AAN/UIT.
De indicator licht op, de borsteleen
-
heid gaat omlaag en wordt automa
-
tisch in werking gesteld.
• Selecteer de gewenste borsteldruk
door op de +/- knop te drukken voor
een niveau tussen 1 en 3.
NB:
Kies altijd het laagste niveau dat voldoen-
de is voor een goed reinigingsresultaat. Dit
zal het stroomverbruik verminderen en de
machine ontzien.
• Door op de knop ECO-modus AAN/
UIT te drukken, wordt de ECO-mo-
dus geactiveerd.
Daardoor wordt het toerental van de
zuigmotor verlaagd en de dosering
van de reinigingsoplossing op niveau
2 en de borsteldruk op niveau 1 inge
-
steld.
NB:
Indien nodig kan het niveau van de reini-
gingsoplossing in de ECO-modus hand-
matig worden aangepast. De ECO-modus
is ontworpen voor relatief gladde vloeren
zonder voegen.
• Wanneer u bij het begin van het werk
op de programmaknop drukt, worden
alle functies van de machine opge-
start met de laatst gebruikte waarde.
NB:
De functie wordt opnieuw geprogram-
meerd door nogmaals op een knop te
drukken.
NB:
De ingestelde waarden kunnen tijdens het
werken op elk moment worden aangepast.
Wanneer u de machine uitschakelt, wor-
den de ingestelde waarden opgeslagen en
automatisch geactiveerd als u de machine
weer inschakelt.
NB:
Door op de programmaknop te drukken bij
het einde van het werk wordt een geopti-
maliseerd programma in werking gezet
voor de eindactiviteiten: Zie beschrijving
op pagina 279 onder (automatische wer-
king).
Instellingen en geactiveerde functies wor-
den opgeslagen.
• Als de machine ingeschakeld is en er
iemand op de bestuurdersstoel zit,
zet de machine zich in beweging zo-
dra het gaspedaal wordt ingedrukt.
Indien geselecteerd, start de borste-
leenheid en wordt de toevoer van de
reinigingsoplossing geopend.
De rijsnelheid wordt geregeld door
het gaspedaal. Als u het gaspedaal
loslaat, wordt de motor automatisch
afgeremd tot de machine stilstaat en
wordt de parkeerrem geactiveerd.
De toevoer van de reinigingsvloeistof
wordt onderbroken, vervolgens
wordt de borsteleenheid met vertra
-
ging gestopt.
NB:
De toegevoerde hoeveelheid van de reini-
gingsoplossing wordt aangepast aan de
desbetreffende werksnelheid. (IntelliFlow)
Let op:
Tijdens het werken op een verhoogd of
smal gebied wordt aangeraden om de
knop Langzaam rijden AAN/UIT in te druk-
ken. (Indicator licht op) Daardoor wordt de
maximale snelheid verminderd en de kans
op ongevallen beperkt.
• Als u nogmaals op de knop drukt,
wordt de begrenzing uitgeschakeld
en gaat de indicator uit.
NL