Digitale ingang gebruiken
98
NL
Bedrading voor de ingang aansluiten
Ingang IN 300/310 van de LINK 310 werkt
volgens het principe van een
spanningsdetector. Een spanning lager dan 2
volt wordt beslist geïnterpreteerd als laag en
een spanning hoger dan 3 volt wordt beslist
geïnterpreteerd als hoog. De maximaal
toegestane ingangsspanning is 30 volt. Laag/
hoog-schakeling (verhoging van de
ingangsspanning) vindt doorgaans plaats bij
2,8 volt. Hoog/laag-schakeling (verlaging van
de ingangsspanning) vindt doorgaans plaats
bij 2,1 volt. De hysteresis van 0,7 volt is ter
preventie van snelle schakeling.
De storingsspanning bij ingang N1 moet lager
dan 2 volt blijven. Om dit te waarborgen mag
de ingangsdraad van de verbindingskabel
nooit onaangesloten blijven. Als ingang IN 1
niet wordt gebruikt, moet de ingangsdraad
worden geaard op de aarding (AARDE). Om
een schakeling te kunnen beoordelen, moet
deze schakeling zijn ontworpen als een
omschakelaar, waarmee ingang IN 1 tussen
plus en min (aarding, AARDE) van de spanning
van het elektrische systeem van het voertuig
(+9 ... 30 V) wordt geschakeld.
Als er geen omschakelaar beschikbaar is, kan
een elektrische belasting (bijv. indicatielamp,
weerstand) tussen ingang IN 1 en de aarding
(AARDE) of tussen ingang IN 1 en de
voertuigspanning (+9 ... 30 V) de
gedefinieerde niveaus opleveren.
Bij gebruik van een inductieve belasting moet
er een vrijloopdiode worden gebruikt parallel
aan de belasting. Zie http://
business.tomtom.com/in1 voor meer
informatie en voorbeelden.
IN 1
(TomTom LINK 310)
+9 ... 30 V
IN 1
(TomTom LINK 310)
+9 ... 30 V
GND
Belastingsweerstand ≤ 10 kOhm
IN 1
(TomTom LINK 310)
+9 ... 30 V
GND
Belastingsweerstand ≤ 10 kOhm
IN 1
(TomTom LINK 310)
+9 ... 30 V
GND
IG_NL.book Page 98 Tuesday, February 1, 2011 11:57 AM