g364889
Figuur45
3.Kanteldemachinerechtop.
Stalling
Demachineveiligstallen
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
(indienaanwezig)enwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatu
debestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Laatdemotorafkoelenvoordatudemachinein
eenafgeslotenruimteopslaat.
•Laatdemotorafkoelenvoordatudemachinein
eenafgeslotenruimteopslaat.
•Bewaardemachineofbrandstofhoudernooitbij
eenopenvlam,vonkofwaakvlambijbijv.een
geiserofandereapparaten.
•Verwijdergras,bladerenenvuilvande
geluiddemperenhetmotorcompartimentom
brandtevoorkomen.
Voorbereidingenvoor
stalling
WAARSCHUWING
Brandstofdampenkunnentotontplofng
komen.
•Bewaarbrandstofnietlangerdan30dagen.
•Staldemachinenooitineenafgesloten
ruimteindenabijheidvanopenvuur.
•Laatdemotorafkoelenvoordatude
machinestalt.
1.Alsudetankvoordelaatstekeervanhet
jaarvult,moetueenstabilizertoevoegenaan
debenzinevolgensdevoorschriftenvande
fabrikant.
2.Laatdemotorlopentotdathijafslaatdoor
gebrekaanbrandstof.
3.Startdemotoropnieuwenlaathemlopentotdat
hijafslaat.Wanneerudemotornietmeerkunt
starten,ishetbrandstofsysteemleeg.
4.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
5.Verwijderdebougie,giet30mlmotoroliein
debougieopeningentrekverschillendekeren
langzaamaandehandgreepvanhetstartkoord
omdeolieoverdecilinderteverspreiden.
6.Monteerdebougieendraaidezedanaantot
20N·m.
7.Hetmescontrolerenopslijtageof
beschadigingen.Alshetmesbotis,
26