Behringer GRIND - Page 74

146 147Quick Start Guide
GRIND
Oscillator (VCO) Sectie
1. TIMBRE KNOB – De functie varieert
afhankelijk van het geselecteerde model,
maar gaat over het algemeen van donkere
naar helderdere inhoud.
2. TIMBRE CV LEVEL – Dempt de spanning die
wordt ontvangen op de Timbre CV-ingang.
Als de CV-ingang niet is gepatcht en er een
signaal wordt ontvangen op de Trig-ingang,
regelt deze knop in plaats daarvan de
hoeveelheid modulatie van de interne
envelopgenerator.
3. BANK BUTTON – Schakelt tussen Bank A,
Bank B en Bank C-modellen.
4. MODEL LED's – Geef het huidige model aan
via rode LED voor bank A, groene LED voor
bank B of gele LED voor bank C.
5. MODEL BUTTON – Bladert door de
beschikbare modellen in de momenteel
actieve bank.
6. HARMONICS KNOB – De functie varieert
afhankelijk van het geselecteerde
model, maar past over het algemeen de
frequentiespreiding of toonbalans aan.
7. FM CV LEVEL – Dempt de spanning die wordt
ontvangen op de FM CV-ingang.
8. FREQUENCY KNOB – Beslaat een bereik van
8 octaven, maar kan worden beperkt tot 14
halve tonen.
9. MORPH KNOB – Functie varieert afhankelijk
van het geselecteerde model, maar bestuurt
over het algemeen hetpersonage.
10. (10) MORPH CV LEVEL – Dempt de spanning
die wordt ontvangen op de Morph CV-ingang.
Als de CV-ingang niet is gepatcht en er een
signaal wordt ontvangen op de Trig-ingang,
regelt deze knop in plaats daarvan de
hoeveelheid modulatie van de interne
envelopgenerator.
Filter (VCF) sectie
De standaard VCF-ingang is Uitgang 1 van de VCO.
11. CUTOFF – Pas de afsnijfrequentie van het
lter aan.
12. MODE – Selecteer het VCF-ltertype uit
laagdoorlaat, hoogdoorlaatlter of LPG.
13. RESONANCE – Pas de mate van verbetering
aan die aan de signalen wordt gegeven bij de
afsnijfrequentie.
14. MOD SOURCE – Selecteer de modulatiebron
van de VCF uit de envelopgenerator of de LFO
15. VCF MOD – Pas de diepte van VCF-
modulatieaan.
16. MOD POLARITY– Selecteer de polariteit van
de VCF-modulatie.
Output (VCA) Sectie
17. VOLUME – Pas het totale uitgangsniveau van
de synthesizer aan.
18. VCA MODE – Selecteer envelop en de VCA
wordt gemoduleerd door de envelop. In de
ON-positie is de VCA-uitgang de laatste toets
die wordt afgespeeld en is onafhankelijk
van de envelop. Selecteer LPG om de VCA te
vervangen door een Low Pass Gate.
GRIND Bediening
(NL) Stap 2: Bediening
Envelop sectie
19. ATTACK – Bepaal de hoeveelheid tijd die
nodig is om het maximale niveau te bereiken
nadat een toets is ingedrukt.
20. DECAY – Beheers de hoeveelheid tijd die
nodig is om te vervallen van het huidige
niveau tot een minimum.
21. SUSTAIN – Controleer het niveau van de
enveloppe die wordt gehandhaafd nadat de
aanvalstijd is bereikt.
Vibrato Sectie
22. VIBRATO – Regel de hoeveelheid modulatie
naar de oscillator, standaard regelt dit het
niveau van frequentiemodulatie van de LFO.
Afdeling Modulatie
23. LFO RATE – Pas de frequentie van de
laagfrequente oscillator aan. De LED knippert
met de LFO-snelheid.
24. SHAPE – Selecteer de LFO-golfvorm uit
blokgolf of driehoeksgolf.
Utility sectie
25. GLIDE – Pas de hoeveelheid glijtijd
(Portamento) tussen noten op het
toetsenbord aan. (Als SHIFT wordt ingedrukt,
past de knop ook de "ratel" aan tijdens de
werking van de sequencer.)
26. VC MIX – Pas de VC MIX aan van LO/Mix 1 naar
HI/Mix 2. Deze besturing vereist patchkabels
om te werken, omdat deze zich buiten het
interne sythesizer-signaalpad bevindt.
Sequencer Sectie
27. TEMPO/GATE LENGTH - Dit regelt de
sequencer en het ARP-tempo wanneer de
klokbron is ingesteld op intern. Als een USB-
of MIDI-klok wordt gebruikt, bepaalt deze ook
de waarde van de klokverdeling. Tijdens het
stapsgewijs bewerken wordt de poortlengte
geregeld. Als SHIFT wordt vastgehouden en
sequencer wordt gespeeld, past het ook de
swing aan. Als SHIFT wordt vastgehouden en
ARP wordt gespeeld, past het ook de ARP-
poortlengte aan.
28. HOLD/REST – Tijdens het afspelen van
patronen kunt u de huidige stap vasthouden.
Tijdens het stapsgewijs bewerken kunt u een
rust invoeren. Tijdens de ARP-modus kunt
u de ARP-Hold-modus openen / verlaten.
Tijdens het gebruik van het toetsenbord
kunt u de toetsen ingedrukt houden.
(Eenvoetschakelaar die is aangesloten op de
HOLD-ingang doet dit ook.)
29. RESET/ACCENT – Tijdens het afspelen kunt u
hiermee het patroon terugzetten naar stap 1.
Tijdens het bewerken van stappen kunt u een
accent toevoegen aan een stap.
30. ARP (SET END) – In de ARP-modus
speelt een arpeggio, gebaseerd op de
vastgehouden noten met behulp van de 13
toetsenbordschakelaars van de GRIND. Druk
tweemaal op ARP of druk op HOLD en ARP om
een arpeggio af te spelen en vast te houden.
Als u in de sequencermodus samen op SHIFT
en SET END drukt, gevolgd door een STEP-
schakelaar, wordt die stap het einde van het
huidige patroon.