nl Bediening
44
Basisapparaat
Mixkom
To-Go-mengbeker met
mesinzetstuk
1
Universele fijnsnijder
Draaischakelaar
Kabelvak
EasyKlick mesinzetstuk met af-
dichting
Schaalverdeling
Deksel met vulopening
Maatbeker
Vergrendelingsindicatie voor dek-
sel
Deksel met afsluitbare drinkope-
ning
Afdichting
To-Go-mengbeker
To-Go-mesinzetstuk
Houder voor universele fijnsnijder
Mesinzetstuk met fijnsnij- en maal-
mes
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
Symbolen
Hier vindt u een overzicht van de symbolen
op uw apparaat.
Symbool Toelichting
Positiemarkeringen
Draaischakelaar
Met de draaischakelaar start en stopt u de
verwerking en kiest u de snelheid.
Symbool Beschrijving
Apparaat uitschakelen.
Laagste snelheid: levensmid-
delen mixen die niet al te fijn-
gemaakt mogen worden.
Symbool Beschrijving
Hoogste snelheid: levensmid-
delen mixen, pureren, emulge-
ren, opschuimen en fijnmaken.
Momentschakeling: hoogste
snelheid, zolang de draaischa-
kelaar in deze positie wordt
gehouden.
Veiligheidssystemen
Inschakelbeveiliging
De inschakelbeveiliging voorkomt dat uw
apparaat ongewild wordt ingeschakeld.
Wanneer de mengbeker correct is ge-
plaatst, kan het apparaat worden ingescha-
keld en bediend.
Overbelastingsbeveiliging
De overbelastingsbeveiliging voorkomt dat
de motor en andere onderdelen door een
te hoge belasting worden beschadigd.
Bediening
Bediening
Bediening
Algemene aanwijzingen
Neem de aanwijzingen in acht om het appa-
raat optimaal te kunnen gebruiken.
¡ Houd de aanbevolen hoeveelheden, in-
stellingen, verwerkingstijden en overige
aanwijzingen aan.
→"Toepassingsvoorbeelden",
Pagina45
¡ De mengbeker en de To-Go-mengbeker
in volgende volgorde vullen: vloeistoffen,
zaden en noten, vers fruit en verse
groente, bladgroente, diepvriesfruit en
-groente, ijs.
¡ De ingrediënten vóór het mixen in de
mengbeker in ca. 2 cm grote blokjes
snijden. Voor de To-Go-mengkom of de
universele fijnsnijder ca. 1 cm grote blok-
jes snijden.
¡ Gebruik de momentschakeling om ingre-
diënten slechts kort of in intervallen te
mixen.
Apparaat plaatsen
1. Het apparaat op een stabiel, horizontaal,
schoon en glad werkvlak neerzetten.