NL
Version 1.0 / 2023-06 26 / 52
20.2 Montage van leidingen
Het wordt aanbevolen om afsluitkleppen te installeren, zowel op de aanzuigzijde van de pomp als op de
perszijde, zodat de pomp uit het systeem kan worden verwijderd indien nodig, zonder het hele circuit te
hoeven leegmaken.
De aanzuigleiding moet minstens dezelfde diameter hebben als de inlaat van de pomp, en voor de persleiding
wordt aanbevolen om ook dezelfde diameter als de uitlaat van de pomp te gebruiken.
De aanzuigleiding moet worden aangelegd met een lichte helling naar de pomp toe, om zo de vorming van
luchtbellen te voorkomen. Het volgende schema moet worden gevolgd:
Het is van groot belang dat zowel de aanzuig- als persleidingen onafhankelijke ondersteuning hebben en stevig
bevestigd zijn, zodat de pomp niet het gewicht ervan draagt en niet wordt blootgesteld aan trillingen veroorzaakt
door de stroming van water erdoorheen. Indien een persleiding van aanzienlijke lengte wordt geïnstalleerd, wordt
aanbevolen een terugslagklep te plaatsen om schade door waterterugslag bij het stoppen van de pomp te
voorkomen.
In het geval van het gebruik van flexibele leidingen, zorg ervoor dat deze niet-comprimeerbaar zijn.
Bij het aansluiten op de pomp moeten altijd perfect schone koppelingen worden gebruikt, met het schroefdraad in
perfecte staat, en de afdichting moet alleen met Teflon-tape worden gegarandeerd (geen lijm of vergelijkbare
producten gebruiken). Het aandraaien van deze koppelingen moet langzaam en met bijzondere zorg worden
gedaan om te voorkomen dat het interne schroefdraad van de pompbehuizing wordt overschreden.
21 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Voordat er onderhoud wordt uitgevoerd aan het elektrische gedeelte van de motor, moet ervoor worden
gezorgd dat de stroomtoevoer is uitgeschakeld.
Het systeem moet worden beveiligd met een differentieelschakelaar (Ifn=30mA). EN ZORG ERVOOR DAT EEN
GOEDE AARDAANSLUITING MOGELIJK IS, met name de aardklem moet worden verbonden met de geel/groene
geleider van de voedingskabel. Bovendien moet een aardleider worden gebruikt die langer is dan de fasen, om te
voorkomen dat deze als eerste wordt losgekoppeld bij trekkrachten.
Al onze eenfase motoren hebben een ingebouwde thermische beveiliging die de pomp uitschakelt bij een
verhoogde motortemperatuur als gevolg van overbelasting, en deze weer inschakelt zodra de temperatuur is
gedaald tot normale niveaus.
Voor driefasige versies moet de gebruiker een passende beveiliging volgens de geldende voorschriften voorzien.
To Next Page
Loading...
