87
Bedieningseenheid programmeren
Fabrieksinstellingen wijzigen
Druk op de te wijzigen comfortknop ( 1.
 ) en houd de knop ongeveer gedurende vijf 
seconden ingedrukt. De ingestelde temperatuur en 
het verwarmings- ( 
 ) of koelingsymbool (   ) 
knipperen. of tapwater ( 
 ) 
Selecteer de gewenste zone door herhaaldelijke 2.
indrukking van de zoneknop ( 
 ) .
Indien zone 1 of 2 werd geselecteerd, moet u de 3.
modusknop (M) indrukken voor selectie van ( 
 ) of 
koeling  ( 
 ).
Druk op de omhoog- of omlaagknop aan 4.
de rechterkant van het display totdat u de 
gewenste temperatuurinstelling van de huidige 
werkingsmodus hebt bereikt. Op dit moment gaat 
het pictogram van een driehoek ( 
 ) dat zich boven 
de ingedrukte comfortknop ( 
 ) 
bevindt, knipperen.  
Druk op de omhoog- of omlaagknop aan de 5.
rechterkant van het display totdat u de gewenste 
temperatuurinstelling hebt bereikt. 
Als u op een van de andere twee Touch 'N' Go-6.
knoppen drukt, kunt u de stappen 2 t/m 4 herhalen. 
Selecteer een andere zone en herhaal de stappen 3 7.
tot 6 indien vereist.
Druk op OK om de wijzigingen te bevestigen en de 8.
modus voor het wijzigen van de comfortinstellingen 
te verlaten.
Tijdsperioden voor temperatuur wijzigen
Nadat u de temperatuurinstellingen voor thuis, niet thuis 
en nacht hebt ingesteld, kunt u de tijd instellen waarop die 
temperatuurinstellingen gebruikt moeten worden. 
De tijdsintervallen worden gedenieerd als periodes; zone 1 en 
zone 2 hebben maximum 6 periodes; zone 3 heeft maximum 4 
periodes. Periodes zijn op het display te herkennen als  P1, P2, 
P3, P4, P5 en P6. 
De thermostaat bevat vooraf ingestelde perioden (zie 
hieronder), maar u kunt deze aan uw manier van leven 
aanpassen. Om het aantal periodes te selecteren wordt 
verwezen naar de gebruiker.
Periode
Starttijd periode
Zone 1 / Zone 2 Zone 3
P1 6:00 6:00
P2 8:00 8:00
P3 12:00 18:00
P4 14:00 24:00
P5 18:00 Niet beschikbaar
P6 22:00 Niet beschikbaar
Opm.:  zone 1 en zone 2 hebben dezelfde periodes.
Nederlands