NEDERLANDS
99
4. WERKING
1
3
2
4.1 TOUCH SCREEN
1. Aan/uit-knop
2. Wi-indicatielampje
3. Batterij-indicatielampje
1. Aan/uit-knop
• Druk op om de robot in te schakelen.
• Als de robot in stand-by staat:
- Druk op om de automatische schoonmaakstand te activeren.
- Druk op voor 3-5 seconden om naar de wi-instellingen te gaan.
- Druk op voor 7 seconden om in de pauze-stand te gaan.
Als de robot aan het schoonmaken is:
- Druk op om de robot te stoppen.
Als de robot aan het opladen is:
- Druk op om de automatische schoonmaakstand te activeren.
2. Wi-indicatielampje
• Als u naar de wi-instellingen gaat (zie de vorige paragraaf), dan zal het witte
lampje langzaam knipperen.
• Als het apparaat verbonden is met het winetwerk, dan zal het witte lampje continu
branden.
• Als het apparaat niet kan verbinden met het netwerk, dan zal het witte lampje snel
knipperen.
3. Batterij-indicatielampje
• Als het batterijpercentage laag is, dan zal het lampje rood oplichten.
• Tijdens het opladen zal het lampje wisselend rood en blauw oplichten.
• Het lampje zal continu blauw oplichten als de robot volledig is opgeladen.
4.2 DE BATTERIJ OPLADEN
1. Oplaadstation
• Plaats het oplaadstation tegen de muur aan.
• Verwijder obstakels rond het oplaadstation.
Volg de afstanden zoals aangegeven in de
onderstaande afbeelding.
• Schakel altijd de robot in voordat u de robot op het oplaadstation plaatst.
2. Verbinding
• Verbind het ene uiteinde van de oplader met de robot en het andere uiteinde met
een stopcontact (g. A).