NL-2
Dit apparaat kan ernstig letsel veroorzaken. Leest U de 
gebruiksaanwijzing  zorgvuldig  met  betrekking  tot  het 
juiste hanteren van  de heggeschaar,  de voorbereiding, 
het onderhoud c.q. het deskundig gebruik. Maakt U zich 
voor het eerste gebruik vertrouwd met het apparaat en 
laat U zich ook praktische aanwijzingen geven.
Dit toestel is niet bestemd  voor gebruik door personen 
(inclusief  kinderen)  met  verminderde  fysische, sensori-
sche of mentale vermogens, of zonder ervaring en ken-
nis, tenzij ze onder toezicht staan van een persoon die 
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of een dergelijke 
persoon hen de instructies geeft voor het gebruik van het 
toestel. De kinderen moeten onder toezicht staan om er 
zeker van te zijn dat ze niet met het toestel spelen.
3. Toepassingsgebied
De machine is uitsluitend voor het knippen van heggen 
bestemd.  Een  ander  of  daarovergaand  gebruik  geldt 
als niet reglementair. Voor daaruit resulterende schade 
is  de  fabrikant  /  leverancier  niet  verantwoordelijk.  Het 
risico  draagt  alleen  de  gebruiker.  Voor  een  reglemen-
taire  toepassing  behoort  ook  de  inachtneming  van  de 
gebruiksaanwijzing en de nakoming van de inspectie- en 
onderhoudvoor-waarden. 
De  gebruiksaanwijzing  voortdurend  aan  de  inzetplaats 
van de machine bij de hand bewaren!
4. Algemene veiligheidsinstructies
Opgelet!  Lees  alle  aanwijzingen  door.  Fouten  bij  het 
naleven van de hiervolgende aanwijzingen kunnen elek-
trische schokken, brand- en/of ernstig ander letsel ver-
oorzaken.  Het  hiervolgend  gebruikte  begrip  „elektrisch 
gereedschap“  heeft  betrekking  op  elektrisch  gereed-
schap  met  netvoeding  (met  netsnoer)  en  op  elektrisch 
gereedschap met accuvoeding (zonder netsnoer).
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES GOED.
1) Werkplek
a) Houd  de  plek  waar  gewerkt  wordt  schoon  en 
opgeruimd. Door wanorde en onverlichte werk-
plekken kunnen ongevallen ontstaan.
b) Werk met het apparaat niet in explosieve omge-
vingen  waarin  brandbare  vloeistoffen,  gassen 
of stoffen aanwezig zijn. Elektrisch gereedschap 
veroorzaakt vonken die het stof of de dampen kun-
nen ontsteken.
c) Houd  kinderen  en  andere  personen  tijdens 
gebruik  van  het  elektrisch  gereedschap  op 
afstand. Bij  aeiding  kunt  u  de  controle  over  het 
apparaat verliezen.
2) Elektrische veiligheid
a) De stekker van het apparaat moet in het stop-
contact passen. De stekker mag op geen enkele 
manier worden veranderd. Gebruik geen adap-
terstekkers samen met geaarde apparaten. On-
veranderde  stekkers  en  passende  stopcontacten 
verminderen de kans op een elektrische schok.
b) Vermijd  lichaamscontact  met  geaarde  opper-
vlakken  zoals  van  buizen,  verwarmingen,  for-
nuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogde 
kans  op  een  elektrische  schok  wanneer  uw  li-
chaam geaard is.
c) Houd het apparaat uit de buurt van regen. Het 
binnendringen  van  water  in  een  elektrisch  appa-
raat verhoogt de kans op een elektrische schok.
d) Gebruik het snoer niet voor andere doeleinden, 
bijv. om het apparaat te dragen, op te hangen 
of  om  de  stekker  uit  het  stopcontact  te  trek-
ken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie, 
scherpe randen of bewegende onderdelen van 
het  apparaat.  Beschadigde  of  verwarde  snoeren 
verhogen de kans op een elektrische schok.
e) Als u buiten werkt met elektrisch gereedschap, 
gebruik  dan  alleen  verlengsnoeren  die  ook 
voor  buiten  zijn  toegelaten.  Gebruik  van  een 
voor  buiten  geschikt  verlengsnoer  vermindert  de 
kans op een elektrische schok. 
3) Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en gebruik 
uw  gezond  verstand  bij  het  werken  met  elek-
trisch gereedschap. Gebruik het apparaat niet, 
als  u  moe  bent  of  onder  invloed  staat  van 
drugs,  alcohol  of  medicijnen.  Eén  onoplettend 
moment bij gebruik van  het  apparaat kan tot ern-
stig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermuitrusting en 
altijd  een  veiligheidsbril.  Het  dragen  van  een 
persoonlijke  beschermuitrusting  zoals  stofmas-
ker,  veiligheidsschoenen  met  antislipzool, helm of 
gehoorbescherming, al  naargelang  de toepassing 
van  het  elektrisch  gereedschap,  vermindert  de 
kans op letsel.
c) Voorkom  onbedoeld  aanzetten.  Overtuig  uzelf 
ervan  dat  de  schakelaar  in  de  stand  „UIT“ 
staat  alvorens  de  stekker  in  het  stopcontact 
te steken. Als  u  bij het  dragen  van  het  apparaat 
de vinger aan de schakelaar hebt of het apparaat 
ingeschakeld  aan  het  stroomnet  aansluit,  kan  dit 
tot ongelukken leiden.
d) Verwijder  instelgereedschap  of  sleutels  alvo-
rens het apparaat in te schakelen. Gereedschap 
of  sleutels  die  zich  in  een  draaiend  deel  van  het 
apparaat bevinden, kunnen tot letsel leiden.
e) Overschat uzelf niet.  Zorg ervoor dat u stevig 
staat en op elk moment uw evenwicht behoudt. 
Daardoor kunt u het apparaat in onverwachte situ-
aties beter controleren.
f)  Draag  geschikte  kleding.  Draag  geen  wijde 
kleding  of  sieraden.  Houd  haren,  kleding  en 
handschoenen uit de buurt van bewegende de-
len. Losse  kleding,  sieraden of lang  haar kunnen 
door bewegende delen worden gegrepen.
g) Als  stofafzuig-  en  opvanginrichtingen  gemon-
teerd  kunnen  worden,  overtuig  uzelf  er  dan 
van dat deze aangesloten zijn en juist worden 
ingezet. Gebruik van deze inrichtingen vermindert 
gevaren door stof.