gebruiksgegevens. De opgeslagen gegevens
hebben geen betrekking op personen.
De gegevens kunnen met speciale apparaten
contactloos uitgelezen worden en worden door
Festool uitsluitend gebruikt voor de storingsdi
agnose, reparatie- en garantieafwikkeling als
mede voor de verbetering van de kwaliteit of de
verdere ontwikkeling van het elektrische ge
reedschap. Zonder uitdrukkelijke toestemming
van de klant worden de gegevens niet voor an
dere doeleinden gebruikt.
16 Foutoplossing
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossingen
Display gaat niet aan. Een of beide accu's zijn ontla
den.
Accu's opladen.
Verkeerde accu gebruikt. Geschikte accu's gebruiken (zie hoofdstuk 4).
Display geeft niets
weer.
Display defect. Contact opnemen met geautoriseerde service
werkplaats of fabrikant.
Display toont waar
schuwingsmelding.
Waarschuwing bijv. voor
oververhitting.
Op infotekst in de dialoog letten en melding over
de focuslijn bevestigen.
Display geeft fout aan. Elektrische machine probeert
een probleem op te lossen,
bijv. oververhitting.
De aanwijzingen op het display volgen.
Elektrische machine defect. Contact opnemen met geautoriseerde service
werkplaats of fabrikant.
Status-LED knippert
rood.
Verkeerde accucombinatie
geplaatst.
Zie hoofdstuk 4
.
Onderspanning bij systeems
tart (accustand te laag).
Accu vervangen.
Systainerkap kan niet
gesloten worden.
Accessoires bevinden zich
niet in de parkeerstand.
Elektrische machine in de transportstand zetten
(zie hoofdstuk 11.1
).
Inbussleutel kan niet in
de opening op het type
plaatje ingebracht wor
den.
Zaagblad bevindt zich niet in
de parkeerstand.
Zaagblad via de bedieningsmodule in de par
keerstand bewegen (zie hoofdstuk 9.8
).
Zaaghoek komt niet
overeen met de gege
vens in het display.
Zaaghoek versteld. Zaaghoek kalibreren (zie hoofdstuk 9.7).
Zaaghoogte komt niet
overeen met de gege
vens in het display.
Zaaghoogte versteld. Zaaghoogte kalibreren (zie hoofdstuk 9.5).
Referentieloop mislukt Bereik kan niet worden be
reikt. Eindaanslagen vervuild.
Eindaanslagen reinigen (zie hoofdstuk 12.6).
Schuiftafel en tafel
plaat bevinden zich niet
op gelijke hoogte.
Schuiftafelhoogte versteld. Schuiftafelhoogte bijstellen (zie hoofdstuk 12.2).
Tafelverbreding en ta
felplaat bevinden zich
niet op gelijke hoogte.
Hoogte tafelverbreding ver
steld.
Hoogte tafelverbreding bijstellen (zie hoofd
stuk
12.1).
Nederlands
110