33
5HFHLYHUDQG6HUYR,QVWDOODWLRQ!
VOORZORGSMAATREGELEN bij het monteren van Ontvanger en Servo's
Zorg dat de aansluitingen van accu, schakelaar
en servo's correct zijn en dat de servo-bedrading
juist is ingestoken volgens de geleidings-nok.
Trek nooit aan een kabel om de stekker los te trekken.
Trek hiervoor aan de plastic connector.
Het is mogelijk om servo-verleng-kabels te gebruiken.
Als de lengte/afstand groter is dan 18" (45cm), dan
dienen hoogwaardige (heavy-duty) servo-kabels
gebruikt te worden.
Gebruik bij montage van de servo's altijd de rubber
tules. Schroef de schroefjes niet te strak ; het servo-
huis mag niet in contact komen met de servo-houder,
want dan kunnen trillingen overgebracht worden op
de servo, met storing als gevolg.
Let op! de kleine nummers (1,2,3 en 4) op de servo-arm,
Dit nummer geeft aan hoeveel graden de betreffende arm
uit het lood staat. Dit om een nauwkeurige positionering
mogelijk te maken.
Om de servo te centreren dient deze even op
stroom gezet te worden. Zet de trim op 'nul'
en plaats dan pas de servo-arm in de juiste
positie.
De trimmers op de zender dienen
op 'neutraal' te staan
Na installatie van de servo's dienen deze
gecontroleerd te worden op : juiste richting,
en vrije loop over het hele bereik / servo-weg.
Als een servo gaat 'brommen' is er waar-
schijnlijk te veel weerstand. Hierdoor zal
er meer stroom verbruik worden en/of
zal de servo defect raken.
Het montage-plaatje van de ontvanger-
schakelaar kan dienen als boor-sjabloon.
Controleer of de schakelaar zijn hele bereik
kan doorlopen. Controleer of de aanduiding aa/
uit aan de juiste zijde is gemonteerd.
Geef de antenne-draadjes voldoende ruimte,
zodat deze niet te strak komen te staan door
trillingen. Hierdoor kunnen deze beschadigd
raken.
netjes vastzetten, op 5-10cm
van de servo-uitgang
ruimte in het antenne-draadje