193
9.1 Hoogspanningstest
Mocht het nodig zijn de UPE-pomp aan een hoog-
spanningstest te onderwerpen, dan moeten de aan-
wijzingen voor megging worden opgevolgd; zie
hoofdstuk 9. Megging.
10. Technische specificaties
Voedingsspanning
3 x 400-415 V ±10%, 50 Hz.
Motorbeveiliging
Er is geen externe motorbeveiliging nodig.
Beschermingsklasse
IP 42.
Relatieve luchtvochtigheid
Max. 95%.
Omgevingstemperatuur
0°C tot +40°C.
Temperatuurklasse
TF110 volgens CEN 335-2-51.
Mediumtemperatuur
Max. +110°C.
Continu: +15°C tot +95°C.
Pompen in tapwatersystemen:
Continu: +15°C tot +60°C.
Om condensatie in de klemmenkast en de stator te
voorkomen, dient de temperatuur van het medium al-
tijd hoger te zijn dan de omgevingstemperatuur.
Zie de volgende tabel:
Systeemdruk
De systeemdruk wordt aangegeven op de pompflen-
zen:
Inlaatdruk
Tijdens pompbedrijf dient altijd ten minste een druk
aanwezig te zijn zoals aangegeven in onderstaande
tabel:
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
EN 61 800-3.
Emmisie van elektromagnetische straling - eerste
omgeving (bebouwde omgeving).
Bestendigheid tegen elektromagnetische straling -
tweede omgeving (industriële omgeving).
Geluidsdrukniveau
Het geluidsdrukniveau van de pomp is lager dan
54 dB(A).
Lekstroom
Tijdens bedrijf veroorzaakt het netfilter van de pomp
een ontlaadstroom naar aarde. I
lekstroom
< 3,5 mA.
Ingangen en uitgangen
11. Afvalverwerking
Na gebruik van deze pomp of onderdelen dienen de
volgende richtlijnen in acht genomen te worden.
1. Neem de overheids- en gemeentelijke richtlijnen
voor afvalverwerking in acht.
2. Als de afvalverwerkende instanties ons product
niet kunnen verwerken, dan kunt u ons product
bij ons inleveren.
Omgevings-
temperatuur
[°C]
Mediumtemperatuur
Min. [°C] Max. [°C]
15 15 110
20 20 110
25 25 110
30 30 110
35 35 90
40 40 70
Pomptype PN 6 PN 10
PN 6/
PN 10
Aantal
flens-
gaten
UPE 50-120 z 4
UPE 65-120 z 4
UPE 80-120
z 4
z 8
UPE 100-60
z 4
z 8
Pomptype
Mediumtemperatuur
75°C 90°C
[bar] [bar]
UPE 50-120 0,4 0,7
UPE 65-120 0,9 1,2
UPE 80-120 1,6 1,9
UPE 100-60 0,95 1,25
Ingang start/stop Extern potentiaalvrij contact.
Contactbelasting: 5 V, 0,1 mA.
Afgeschermde kabel.
Lusweerstand: max. 130 Ω/km.
Logische niveaus:
Logische “0”: U < 1,5 V.
Logische “1”: U > 4,0 V.
Ingang max.
pompcurve
Ingang min.
pompcurve
Ingang voor
analoog signaal
(0-10 V)
Extern signaal: 0-10 VDC.
Maximumbelasting: 1 mA.
Afgeschermde kabel.
Storingssignaal-
uitgang
Intern potentiaalvrij wisselcon-
tact.
Maximumbelasting:
250 V, 2 A AC1.
Minimumbelasting: 5 V, 1 mA.
Afgeschermde kabel.
Ingang bus
GRUNDFOS busprotocol,
GENIbus-protocol, RS-485.
Afgeschermde kabel.
Draaddoorsnede: 0,25 - 1 mm².
Max. kabellengte: 1200 m.
Wijzigingen voorbehouden.