Table 2: Voorbeeld van LED-knipperreeksen, instellingswaarden, modusinstellingen op DIP-switchblok en standaardwaarden en
modusinstellingen
Laat de
drukknop los
na...
Naam van waarde/
modus
(switchnummer)
Waardebereik/modusin-
stellingen (voorbeeld
standaardinstellingen)
Switchnummer en positie
Beschrijving van waarde/instelling
DIP-switchblok
voorbeeld stan-
daardinstellingen
Twee keer
knipperen
Lagesnelheidsmodus
(Switch 128)
Instellingen: AAN of UIT
(Standaardinstelling:
UIT
)
Switch 128 UIT = Geen spanning naar motor wanneer gemeten druk
lager is dan begindruk.
Switch 128 AAN = Beginspanning naar motor wanneer gemeten druk
gelijk aan of lager is dan begindruk.
Beginspanningswaarde
(Switches 1 t/m 64)
Waardebereik: 10 t/m 90
(Standaardwaarde:
40
)
Plaats de switches 1 t/m 64 op AAN of UIT zodat de som van de
switches op de AAN-positie gelijk is aan de beginspanningswaarde.
Drie keer
knipperen
Begindrukwaarde
(Switches 1 t/m 128)
Waardebereik: 10 t/m 230
(Standaardwaarde:
110
)
Plaats de switches 1 t/m 128 op AAN of UIT zodat de som van de
switches op de AAN-positie gelijk is aan de begindrukwaarde.
Vier keer
knipperen
Einddrukwaarde
(Switches 1 t/m 128)
Waardebereik:
[Begindruk + 8] t/m 240
(Standaardwaarde:
129
)
Plaats de switches 1 t/m 128 op AAN of UIT zodat de som van de
switches op de AAN-positie gelijk is aan de einddrukwaarde.
Vijf keer
knipperen
(Switches 64 en
128 UIT)
Modus voor gesplitste
wikkelingen
(Switch 32)
Instellingen: AAN of UIT
(Standaardinstelling:
UIT
)
Switch 32 AAN = M2-triac ingeschakeld om gesplitste wikkelingen te
voeden.
Switch 32 UIT = M2-triac is uitgeschakeld.
Eindspanningsmodus
(Switch 16)
Instellingen: AAN of UIT
(Standaardinstelling:
UIT
)
Switch 16 AAN = Levert 95% van ingangsspanning van P266 aan motor.
Switch 16 UIT = Levert 97% van ingangsspanning van P266 aan motor.
Algoritme voor digitale
scrollcompressor
(Switch 8)
Instellingen: AAN of UIT
(Standaardinstelling:
UIT
)
Switch 8 AAN = Algoritme voor digitale scroll ingeschakeld.
Switch 8 UIT = Algoritme voor digitale scroll uitgeschakeld.
LSC-modus
(Switch 4)
Instellingen: AAN of UIT
(Standaardinstelling:
UIT
)
Switch 4 AAN = Lagesnelheidscondensator is beschikbaar.
Switch 4 UIT = Lagesnelheidscondensator is niet beschikbaar.
Aantal
hulpventilatorstanden
(Switches 1 en 2)
Instellingen: AAN of UIT
(Standaardinstelling:
UIT - UIT
)
Switch 1 UIT en switch 2 UIT zonder hulpventilatoren.
Switch 1 AAN en switch 2 UIT voor hulpventilator 1.
Switch 1 UIT en switch 2 AAN voor hulpventilatoren 1 en 2.
Switch 1 AAN en switch 2 AAN voor hulpventilatoren 1, 2 en 3.
Zes keer
knipperen
(Switch 128 UIT)
Overlapping voor
hulpventilatoren
(Switches 1 t/m 64)
Waardebereik: 1 t/m 90
(Standaardwaarde:
10
)
Plaats de switches 1 t/m 64 op AAN of UIT zodat de som van de
switches op de AAN-positie gelijk is aan de overlappingswaarde voor
hulpventilatoren.
Zeven keer
knipperen
(Switch 128 UIT)
Omslagspanning-
swaarde
(Switch 1 t/m 64)
Waardebereik: 10 t/m 80
(Standaardwaarde: 60)
Plaats de switches 1 t/m 64 op AAN of UIT zodat de som van de
switches op de AAN-positie gelijk is aan de
omslagspanningswaarde.