8.2 Menustructuur verlaten
Men kan de menustructuur van elke menuplaats verlaten en daarbij de ingevoerde
wijzigingen opslaan of wissen.
Nadat de toets wordt gedrukt verschijnt op display het symbool “Exit”.
A: Bevestigen door de toets (Ja) te drukken. Op display verschijnt het symbool
“store”. Om gegevens te memoriseren dient men opnieuw de toets te drukken.
Om de menu zonder opslaan te verlaten, dient men
de toets (Nee) te drukken.
B : Om aan volgende menupunt over te gaan dient men de toets (niet verlaten)
te drukken. Na invoer van alle individuele instellingen kunnen ze worden
gememoriseerd.
8.3 Doseren en zero tracking
Door de functie van automatisch op nul zetten (Auto-Zero) is het mogelijk om kleine
gewichtschommelingen automatisch te tarreren.
Indien de hoeveelheid gewogen materiaal enigszins verminderd of vergroot wordt,
kan het in de weegschaal geplaatste “compensatie en stabilisatie” mechanisme
uitlezing van foutieve weegresultaten veroorzaken. (Voorbeeld: De vloeistof vloeit
langzaam van de container uit die op de weegschaal is geplaatst).
Bij doseren met kleine gewichtschommelingen is het aanbevolen om deze functie uit
te schakelen.
Nadat zero tracking is uitgeschakeld, wordt de weegschaalaanduiding onrustig.
Zero tracking activeren/deactiveren Weegschaalaaanduiding
1. De toets zo lang gedrukt houden totdat het
symbool „Unit” verschijnt.
Unit
2. Enkele keren de toets drukken totdat het
symbool “tr” verschijnt.
tr
3. De functie kan worden geactiveerd door de toets
te drukken.
tr on (aan)
4. Na volgend drukken van de toets wordt de
functie gedeactiveerd.
tr off
5. Door de toets worden de gewijzigde instellingen
overgenomen.
6. De weegschaal keert naar weegmodus terug. 0,0 g
19 CB-BA-nl-0640