8.5 Interface RS232C
Gegevensuitgave met interface RS 232 C
Algemene informatie
Een voorwaarde voor gegevenstransmissie tussen de weegschaal en
randapparatuur (bv. printer, computer, ...) is instellen van gelijke interfaceparameters
voor beide apparaten (bv. transmissiesnelheid, transmissiemodus, ...).
8.5.1 Modus gegevenstransmissie
Modus gegevenstransmissie instellen Weegschaalaaanduiding
1. De toets zo lang gedrukt houden totdat het
symbool „Unit” verschijnt.
Unit
2. De toets drukken, het symbool “Pr” verschijnt.
Pr
3. Om de instellingen te wijzigen de toets drukken.
Pr PC
4. Door de toets kan men de modus instellen.
(Pr PC; AU PC; AU Pr ; re Cr ; BA Pr , details, zie
hoofdstuk 9.4).
AU Pr
5. Door de toets worden de gewijzigde instellingen
overgenomen.
6. De weegschaal keert naar weegmodus terug. 0,0 g
8.5.2 Transmissiesnelheid
Men kan de transmissiesnelheid van meerwaarden instellen.
In onderstaand voorbeeld is de transmissiesnelheid van 9600 baud ingesteld.
Transmissiesnelheid instellen Weegschaalaaanduiding
1. De toets zo lang gedrukt houden totdat het
symbool „Unit” verschijnt.
Unit
2. de toets drukken.
Pr
3. de toets drukken totdat het symbool “baud”
verschijnt.
Baud
4. Bevestigen door de toets te drukken.
4800
5. Door de toets is het mogelijk om de
transmissiesnelheid te wijzigen 1200, 2400, 4800,
9600, 19200).
9600
6. Door de toets worden de gewijzigde instellingen
overgenomen.
7. De weegschaal keert naar weegmodus terug. 0,0 g
21 CB-BA-nl-0640