VEILIGHEIDSINSTRUCTIES EN WAARSCHUWINGEN
Bediening
4.1 Geschikt kookgerei
Een inductiekookplaat werkt alleen perfect als de juiste pan wordt gebruikt.
• De pan moet tijdens het koken in het midden van de kookplaat staan.
• De juiste pan is de pan die inductie mogelijk maakt, bijvoorbeeld staal,
email of een staallegering. Potten gemaakt van een staallegering met een
koperen of aluminium bodem, of glazen potten zijn ongeschikt.
• Als je de snelkookpan gebruikt, houd deze dan goed in de gaten tot de
juiste druk is bereikt. De kookplaat moet eerst op maximaal vermogen
werken en volg dan de instructies van de fabrikant.
Als je kookgerei koopt, controleer dan of het het label "geschikt voor inductie" draagt
(ENKEL)
ø 110 mm
ROND
(BRUG)
ø 110 mm
NB:
Wanneer de Brug-functie is geselecteerd, kunt u de aangemaakte zone op verschillende
manieren gebruiken, met één of twee potten. Als je grotere potten gebruikt dan de
aanbevolen maximale grootte, zal de opwarmtijd langer zijn, omdat de verwarming zich
door geleiding van het midden naar de randen van de pot zal verplaatsen, in dit geval zal
de temperatuur ook erg inhomogeen zijn.
Magneettest
Gebruik kleine magneet A om te testen of de bodem van de schaal magnetisch is. Alleen
pannen waarbij de magneet aan de bodem blijft kleven, zijn geschikt.
Panherkenning
Een van de grote voordelen van de inductiekookplaat is de panherkenning.
Als u het gerecht binnen de volgende 10 minuten op die kookplaat plaatst, herkent de kookplaat de pan
en schakelt het in op de vooraf ingestelde vermogenswaarde.
Op het moment dat u de pan van de kookplaat haalt, wordt de stroom uitgeschakeld. Als ue een kleinere
pan op de kookplaat plaatst en het wordt herkend, zal de kookplaat alleen de hoeveelheid energie
gebruiken die nodig is om het gerecht te verwarmen op basis van de grootte.
De kookplaat kan beschadigd raken als:
• lege kookplaat wordt opgewarmd.
• niet de juiste pannen gebruikt worden.
• kleischalen worden gebruikt die krassen achterlaten op het glasoppervlak.
• de bodem van de pan niet schoon wordt geveegd.
Het gebruik van kookgerei van slechte kwaliteit of een adapter voor niet-magnetisch
kookgerei maakt de productgarantie ongeldig. In dit geval kan de fabrikant niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele schade aan het apparaat en/of voorwerpen die ermee in
verbinding staan.
NL
BEDIENING
4.2 Vermogensregeling
Het verwarmingsvermogen van de kookplaten kan op tien
verschillende niveaus worden ingesteld. De grafiek geeft een
illustratief gebruik van elke vermogensstand aan.
Vermogensin
Doel
0 Uit, restwarmte gebruiken
Voedsel warmhouden, langzaam sudderen van kleinere hoeveelheden
Langzaam sudderen (doorgaan met koken na een krachtige start)
Langzaam koken (doorgaan met grotere hoeveelheden, grotere stukken
braden)
Begin van het koken, braden
Bijzonder krachtige instelling voor extreem grote hoeveelheden voedsel
4.3 Tipsvoor energiebesparing
• Let bij het kopen van pannen op de grootte: de pandiameter verwijst meestal naar de bovenkant van
de pot, die vaak groter is dan de onderkant;
• Stoomdrukpannen, die druk gebruiken in een goed afgesloten interieur, zijn bijzonder zuinig en
besparen zowel tijd als energie. Een kortere kooktijd zorgt ervoor dat er meer vitaminen in het
voedsel achterblijven;
• Laat altijd voldoende water achter in stoompannen, anders kan dit leiden tot oververhitting waardoor
zowel de pan als het apparaat beschadigd kunnen raken;
• Dek potten altijd af met deksels van geschikte grootte;
• Gebruik een pan die groot genoeg is voor de hoeveelheid voedsel die bereid moet worden.
4.4 Kookplaatbediening
• Na het inschakelen van de keramische kookplaat gaan alle displays even aan. De kookplaat is
klaar voor gebruik.
• De kookplaat is uitgerust met elektronische sensoren die worden ingeschakeld als de betreffende
cirkel ten minste één seconde wordt aangeraakt.
• Elke activering van een sensor wordt gevolgd door een geluidssignaal.
• Plaats geen voorwerpen op het sensoroppervlak (mogelijke foutsignalering).
• Houd het sensoroppervlak altijd schoon.
4.5 Schuifregela
ar
0
Gemiddeld vermogen
Vol vermogen
4.6 De kookplaat aanzetten
• Houd de ON/OFF-knop minstens één seconde ingedrukt.
• De kookplaat is nu actief en alle kookzonedisplays geven aan .
• Nu moet er binnen 10 seconden de volgende instelling worden geselecteerd, anders schakelt de
kookplaat uit.
NLBEDIENING
79