VEILIGHEIDSINSTRUCTIES EN WAARSCHUWINGEN
• Druk tegelijkertijd op plus en min;
• Druk zo vaak als nodig tegelijkertijd op plus en min om het alarm te selecteren, het klokpictogram
licht op;
• Druk op min tot de waarde nul is. Het alarm is gedeactiveerd.
4.24 Handmatige/automatische ventilator
De ventilator is standaard ingesteld op de automatische modus, zodat de ventilatorsnelheid automatisch
wordt geregeld volgens de kookzone met het hoogste vermogen dat op dat moment actief is.
De handmatige modus inschakelen
Terwijl de kookplaat is ingeschakeld, selecteert u een vermogensniveau op de
schuifknop van de afzuigkap om over te schakelen van de automatische naar de
handmatige modus. Het symbool A is nu gedimd.
Opmerkingen:
• Als het vermogen van de kookzones toeneemt, wordt de ventilatorsnelheid automatisch verhoogd.
• Als het vermogen van de kookzones afneemt, zal de ventilatorsnelheid automatisch afnemen.
• De eigenlijke stoomopwekking wordt vertraagd. Wanneer het kookniveau wordt gewijzigd, volgt
het automatische ventilatorniveau meestal na 20 sec vertraging
Terugschakelen naar automatische modus
Druk onder het symbool A om terug te keren naar de automatische modus. Het symbool A is nu volledig
helder.
4.25 Ventilator naloop
Het systeem heeft een naloopfunctie, die ervoor moet zorgen dat bestaande geuren en stoom kunnen
worden afgezogen.
Nadat het kookproces is voltooid en de kookplaat is uitgeschakeld, blijft de ventilator
draaien. Er is een automatische naloop van 5 minuten op niveau 1.
Opmerkingen
De ventilatorsnelheid kan ook achteraf worden gewijzigd. Naslag eindigt onmiddellijk als 0 is geselecteerd.
4.26 Ventilatortimer
Er is de mogelijkheid om een ventilatortimer analoog aan de kookzonetimer in te stellen. De timer wordt
weergegeven op het timerdisplay. De ventilator-timer begint pas te lopen als het kookproces klaar is.
De volgende situaties kunnen zich voordoen:
Handmatige modus - situatie 1
• Ventilatorniveau ingesteld, timer ingesteld, alle kookzones uitgeschakeld.
• Kookplaat blijft aan; ventilatormodus blijft actief gedurende de timer.
• De kookplaat schakelt volledig uit.
Handmatige modus– situatie 2
• Ventilatorniveau ingesteld, timer ingesteld; kookplaat uitgeschakeld via aan/uit-knop.
• Niveauniveau 1 is ingesteld en blijft actief gedurende de ingestelde tijd van de timer.
• De kookplaat schakelt volledig uit.
Automatische modus
De timer kan worden ingesteld zodra de ventilator draait en begint te draaien
zodra alle kookzones uit zijn. Er treedt geen timeralarm op na het verstrijken
van de nalooptijd.
NL
BEDIENING
4.27 Terugroepen ventilatorpauze
Het pauzesymbool verschijnt ook op het ventilatorbeeldscherm wanneer de pauze actief is. Het
ventilatorniveau (indien groter dan 0) wordt verlaagd naar niveau 1. Na de pauze keert het eerder
ingestelde niveau terug. Voor terugroepen geldt dezelfde regel als voor kookzones. Het ventilatieniveau
wordt gehandhaafd en hersteld wanneer het wordt teruggeroepen.
4.28 Vetfilterstatusindicatie
De tiptoetsbediening van de afzuigkap bevat een filtertimer die eraan herinnert dat het belangrijk is om
het vetfilter van de afzuigkap regelmatig te reinigen (om de 50 uur).
De looptijd van het filter wordt altijd geteld wanneer de ventilator draait, zelfs tijdens het nalopen.
Nadat de tijd is verstreken, licht het symbool met drie druppels op de aanraakbediening van de kap op.
Reset
Druk op onder het symbool A en houd 3 seconden ingedrukt
4.29 Toestandsindicatie koolstoffilter (alleen recirculatiemodus)
De tiptoetsbediening van de afzuigkap bevat een filtertimer die eraan herinnert dat het belangrijk is om
het koolstoffilter van de afzuigkap regelmatig te reinigen (om de 100 uur).
De looptijd van het filter wordt altijd geteld wanneer de ventilator draait, zelfs tijdens het nalopen.
Nadat de tijd is verstreken, licht het symbool met de afbeelding van een neus op de aanraakbediening van
de motorkap op.
Reset
Druk op onder het symbool A en houd 3 seconden ingedrukt
4.30 Instelling vermogensbegrenzing
Het apparaat is over het algemeen geconfigureerd tot het maximaal beschikbare vermogen, weergegeven
in de tabel met technische gegevens. Er kan echter een bedrijfsmodus met vermogensbeperking worden
ingesteld.
Op deze manier wordt het maximale vermogen van de kookplaat beperkt tot een vaste waarde
De instelling van de stroombeperking mag ALLEEN worden uitgevoerd door een gespecialiseerde
technicus.
Ga als volgt te werk om de stroombeperking in te stellen:
• Sluit de kookplaat aan op de voeding.
• Ga binnen twee minuten naar het servicemenu door tegelijkertijd op de toets te drukken en de
toetsen te pauzeren totdat u een akoestisch signaal hoort.
• Druk op de twee schuifregelaars aan de rechterkant van de kookplaat totdat u een tweede
pieptoon hoort. Het "Timer"-display geeft [CF6] weer.
• Druk op de pauzetoets. Het "Timer"-display toont [PHA]
• Gebruik de schuifregelaar (linkerzijde -, rechterzijde +) om het gewenste vermogensniveau te
selecteren. Het geselecteerde niveau wordt weergegeven op het display van een kookzone.
De overeenkomst tussen de vermogensniveaus en begrenzingswaarden wordt weergegeven
in de onderstaande tabel.
• Om de selectie te bevestigen en het servicemenu te verlaten, drukt u tegelijkertijd op de toets en de
pauzetoetsen.
• Om het servicemenu te verlaten zonder wijzigingen aan te brengen, drukt u op de aan/UIT-KNOP
Waarschuwing! Het vermogensniveau moet worden geselecteerd op basis van de geïnstalleerde
zekering
Afhankelijk van de grootte en het materiaal van de potten en de indeling van de kookplaat kan het
werkelijke stroomverbruik lager zijn. Grafiek vermogensniveau:
NLBEDIENING
87