54
NL
3. Leg de vacumeerzak plat op een vlakke
ondergrond met het ventiel omhoog ge-
richt.
4. Ga verder te werk zoals bij vacumeer-
reservoirs vanaf stap 2 (zie “Vacumeer-
reservoir” op pagina 53).
8.3 Zak (zonder ventiel) vul-
len
LET OP:
~ Op de plaats waar u de zak wilt sea-
len, mogen zich geen voedsel of vloei-
stoffen bevinden. Deze plaatsen
moeten schoon en droog zijn. Anders
kan er geen goede sealnaad worden
gemaakt.
• Vul de zak slechts tot 6 cm onder de bo-
venste rand.
8.4 Zak (zonder ventiel) sea-
len
1. Maak de zak glad op de plaats waar
deze moet worden geseald.
2. Open het deksel|10. Druk daarvoor
eventueel eerst op de toetsen|7.
3. Leg de zak in het apparaat. Daarbij
moet het uiteinde van de folie kort vóór
de achterste begrenzingsnokjes|11 en
tussen de begrenzingsnokjes aan de
zijkant|13 liggen.
4. Let er opnieuw op dat er geen plooien
in de folie komen - vooral niet op de
plaats boven de sealdraad|15.
5. Sluit het deksel|10.
6. Druk met beide handen stevig op de
hoeken van het deksel|10. Deze moe-
ten hoorbaar vastklikken.
7. Druk op de toets |2. De LED brandt.
De folie wordt geseald.
Na ca. 5 - 7 seconden dooft de LED en
is het sealen klaar.
8. Druk de toetsen|7 tegelijkertijd in om
de vergrendeling van het deksel|10 los
te maken.
9. Open het deksel|10 en haal de zak uit
het apparaat.
10.Controleer de sealnaad. Deze dient
glad te zijn, zonder vouwen.
8.5 Zak (zonder ventiel) va-
cumeren en sealen
GEVAAR voor een elektrische
schok door vocht!
~ Bij het vacumeren mogen zich geen
vloeistoffen in de zak bevinden.
~ Let erop dat er bij het afzuigen van de
lucht geen vloeistof wordt aangezogen.
Indien dat toch gebeurt, moet u het pro-
ces onmiddellijk onderbreken door op-
nieuw op de actieve functietoets|3 te
drukken.
AANWIJZING: bij het vacumeren van fo-
liezakken mag er geen vacumeerslang|17
in de aansluiting|6 zijn gestoken.