6.3.2 De wielen vervangen (Afb. 6.4)
-
gend deel van het chassis.
-
OPMERKING Als een of beide wielen vervan-
gen moeten worden, verzeker u er dan van dat
eventuele verschillen in de buitendiameter niet
groter zijn dan 8-10 mm; anders moet de uitlijning
van de snijgroep afgesteld worden om te voorko-
men dat het gras onregelmatig gemaaid wordt.
BELANGRIJK Alvorens een wiel te hermon-
teren, de wielas met vet insmeren. De elastische
ring (1) en de borgring (2) weer precies op hun
plaats zetten.
6.3.3 De banden repareren of vervangen
-
ten.
6.3.4 Vervanging koplamp
(indien voorzien)
• Lampen type “I” (gloeilampen) (Afb. 6.5)
draaien.
• Lampen type “II” (LED) (Afb. 6.6)
-
6.3.5 Een zekering vervangen (Afb. 6.7)
-
-
op het dashboard.
-
Elektrische omkanteling
-
BELANGRIJK Een doorgebrande zekering
dient altijd vervangen te worden door eenzelfde
type met hetzelfde vermogen.
-
6.3.6 Demontage, vervanging en
hermontage van de snij-inrichtingen
LET OP! Draag werkhandschoenen om
de snij-inrichting te hanteren.
LET OP! Vervang de beschadigde of
verwrongen snij-inrichtingen steeds; probeer
ze nooit te herstellen! GEBRUIK STEEDS
ORIGINELE SNIJ-INRICHTINGEN!
-
ven is in de tabel op pagina ii.
BELANGRIJK Het is raadzaam dat de mes-
sen per koppel vervangen worden, vooral in ge-
val van duidelijke verschillen in de slijtage.
6.3.7 Afstelling van de veer van de
veerhaak van de opvangzak
(Afb.6.8)