RE 361, RE 361 PLUS, RE 461, RE 461 PLUS, RE 471 PLUS
Nederlands
166
Door lange opslagtijden kunnen 
minerale bezinksels in het water zich in 
de pomp afzetten. Hierdoor loopt de 
motor moeilijk of helemaal niet aan.
N Het apparaat aansluiten op de 
waterleiding en grondig 
doorspoelen met leidingwater, de 
netsteker hierbij niet in de 
contactdoos steken
N De netsteker in de contactdoos 
steken
N Het apparaat met geopend 
spuitpistool inschakelen
Het aanhouden van de voorschriften in 
deze handleiding voorkomt overmatige 
slijtage en schade aan het apparaat.
Gebruik, onderhoud en opslag van het 
apparaat moeten net zo zorgvuldig 
plaatsvinden als staat beschreven in de 
handleiding.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk 
voor alle schade die door het niet in acht 
nemen van de veiligheids-, bedienings- 
en onderhoudsaanwijzingen wordt 
veroorzaakt. Dit geldt in het bijzonder 
voor:
– Niet door STIHL vrijgegeven 
wijzigingen aan het product
– Het gebruik van toebehoren dat niet 
voor het apparaat is vrijgegeven, 
niet geschikt of kwalitatief 
minderwaardig is
– Het niet volgens voorschrift 
gebruikmaken van het apparaat
– Gebruik van het apparaat bij 
sportmanifestaties of wedstrijden
– Vervolgschade door het blijven 
gebruiken van het apparaat met 
defecte onderdelen
– Schade door bevriezing
– Schade door verkeerde 
netspanning
– Schade door slechte watertoevoer 
(bijv. diameter van de toevoerslang 
te klein)
Onderhoudswerkzaamheden
Alle in het hoofdstuk "Onderhouds- en 
reinigingsvoorschriften" vermelde 
werkzaamheden moeten regelmatig 
worden uitgevoerd. Voorzover deze 
onderhoudswerkzaamheden niet door 
de gebruiker zelf kunnen worden 
uitgevoerd, moeten deze worden 
overgelaten aan een geautoriseerde 
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en 
reparatiewerkzaamheden alleen door 
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De 
STIHL dealers worden regelmatig 
geschoold en hebben de beschikking 
over Technische informaties.
Als deze werkzaamheden niet of 
onvakkundig worden uitgevoerd kan er 
schade ontstaan waarvoor de gebruiker 
zelf verantwoordelijk is. Hiertoe behoren 
onder andere:
– Schade aan 
apparatencomponenten ten 
gevolge van niet-tijdig of slecht 
uitgevoerde 
onderhoudswerkzaamheden
– Corrosie- en andere vervolgschade 
ten gevolge van onjuiste opslag
– schade aan het apparaat ten 
gevolge van gebruik van kwalitatief 
minderwaardige onderdelen
Ingebruikneming na langere 
periode van opslag
Slijtage minimaliseren en 
schade voorkomen