83
DEENFRITESPTNOSVFIDAPLHUHRCS NL
0478 111 9935 B - NL
7.5 Kabel wielaandrijving
vastzetten
● RM 4 RT, RM 4 RTP:
Kabel wielaandrijving (1) in de
geleiding (2) op het kliksegment
drukken.
● RM 4 RV:
Kabel vario-aandrijving (3) in de
geleiding (2) op het kliksegment
leggen, daarboven kabel
wielaandrijving (1) in de geleiding
drukken.
7.6 Brandstof en motorolie
Brandstof
Gebruik uitsluitend verse
merkbrandstof:
– milieuvriendelijke, loodvrije
benzine
Gegevens over de precieze
brandstofkwaliteit (octaangetal) en over
het gebruik van speciale milieuvriendelijke
brandstofsoorten vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor.
Motorolie
Gebruik uitsluitend de volgende
biologisch afbreekbare
motoroliën:
– STIHL SAE 30
–STIHL 10W-30
Raadpleeg voor de vulhoeveelheid olie de
gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor.
Brandstof bijtanken
Gebruik bij het tanken altijd een
voldoende grote trechter, om
morsen van de brandstof te vermijden.
● Schroef de tankdop (1) eraf.
● Zet de trechter (2) erin.
● Houd de jerrycan (3) rustig en tank de
brandstof voorzichtig in meerdere
malen tot maximaal onder de rand van
de vulplug bij, opdat de brandstof
ruimte heeft om uit te zetten.
Hoe meer brandstof al werd bijgetankt,
des te kleiner moeten de hoeveelheden
per stap worden.
Controleer tussendoor steeds opnieuw
het peil in de tank; neem hiervoor de
trechter weg.
● Schroef de tankdop (1) er weer op.
8.1 Algemeen
● Zet het apparaat voor alle beschreven
werkzaamheden op een vlakke en
stevige ondergrond.
8.2 Hoogteverstelling duwstang
De hoogte van de duwstang kan
individueel worden ingesteld.
● Moeren (1) en (2) losmaken.
● De duwstang door op en neer te
bewegen op een aangename
bedieningshoogte instellen en
vasthouden.
● Moeren (1) en (2) weer vastdraaien.
8.3 Duwstang omklappen
Klap het bovenstuk duwstang voor
ruimtebesparend transporteren en
opslaan helemaal om.
● Verbrandingsmotor uitschakelen en
bougiestekker lostrekken. (Ö 11.2)
● Startkabel loshaken. (Ö 8.4)
● RM 4 R, RM 4 RT, RM 4 RV:
Duwstang (1) vasthouden,
snelspanners (2) links en rechts
openen en de duwstang voorzichtig
naar voren leggen.
6
7
Controleer regelmatig het oliepeil
zoals beschreven in
gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor.
Aanwijzing
Het brandstofsysteem van de
STIHL grasmaaier is zodanig
gemaakt dat verdampingsemissies
tot een minimum worden beperkt.
8. Bedieningselementen
Kans op letsel!
Neem de
veiligheidswaarschuwingen in het
hoofdstuk ´Voor uw veiligheid´ in
acht. (Ö 4.)
8
Gevaar voor knellen!
Door het losmaken van de
snelspanners of de
schroefverbinding van de duwstang
kan de duwstang ongecontroleerd
omklappen.
Houd de duwstang daarom bij het
losmaken van de bevestiging
steeds met een hand vast.
9
10
11