Gebruikershandleiding NL-27
De dynadock gebruiken
Het venster Eigenschappen voor LAN-verbinding wordt geopend.
Hier kunt u de vereiste netwerkinstellingen voor uw netwerkomgeving
configureren. Als u niet zeker bent van de instellingen, neemt u voor hulp
contact op met de netwerkbeheerder.
(Voorbeeld) Eigenschappen voor LAN-verbinding
Seriële poort (achterzijde)
Als u een serieel apparaat wilt aansluiten, sluit u de seriële kabel (niet
meegeleverd) aan op de seriële poort van de dynadock en op het seriële
apparaat. Installeer vervolgens het stuurprogramma aan de hand van de
instructies bij het apparaat. Wanneer u wordt gevraagd een poort te
selecteren, kiest u COMx, waarbij x het COM-poortnummer is dat door het
besturingssysteem is toegewezen.
Ga als volgt te werk als u wilt weten welk COM-poortnummer door het
besturingssysteem is toegewezen:
1. In Windows Vista opent u Beheer door met de rechtermuisknop te
klikken op Computer en Apparaatbeheer te selecteren.
In Windows XP opent u Apparaatbeheer door met de rechtermuisknop
te klikken op Deze computer en Eigenschappen te selecteren. Klik
daarna op Hardware > Apparaatbeheer.
OPMERKING: De LAN-poort ondersteunt de functie Activering op LAN niet.
To Next Page
Loading...
Need help?
General
