Let op!
Zorg dat de maximale ingangswaarden nooit worden over-
schreden, omdat dan door beschadiging van het meetapparaat
voor u een levensgevaarlijke situatie ontstaat.
C Ingebruikneming
B1 Basisinstelling
Voor het kiezen van een meetfunctie stelt u de draaischakelaar (2) in
op de gewenste positie. Hierdoor wordt het meetapparaat ingescha-
keld. Schakelaarstand "OFF" betekent: meetapparaat uitgeschakeld.
Auto-Power-Off betekent automatische uitschakeling van het appa-
raat in de zogeheten "Sleep-mode" (sluimerstand of "standby"). Het
apparaat schakelt zichzelf na ca. 30 min. "uit", wanneer:
er geen toets wordt ingedrukt,
de draaischakelaar niet wordt gebruikt,
de getalwaarden niet veranderen
Het meetapparaat wordt via de draaischakelaar opnieuw ingescha-
keld.
B2 Toetsfuncties
a) Toets "H" (3)
Met elke (korte) druk op de toets schakelt u de Hold-functie in of uit.
Hold betekent dat de meetwaarde op dat moment wordt vastge-
houden ("bevroren"), tot de functie Hold weer wordt uitgeschakeld.
Tijdens de functie is het symbool "H" in de rechter bovenhoek op de
display zichtbaar.
Tip!
Zodra de functie HOLD geactiveerd is, heeft de toets "RESET"
geen betekenis.
b) Toets "SELECT" (3)
Via deze toets kunt u naar de kleurig gemarkeerde functies rond om
de draaischakelaar overschakelen (bijvoorbeeld van AC "~" naar DC
"=" of van "Ω" naar " " of naar " " of naar " ").
78
To Next Page
Loading...
