Let op!
Meet geen stromen in stroomkringen, waarin spanningen gro-
ter dan 250 VDC resp. VAC rms kunnen optreden. Hierdoor kan
het meetapparaat beschadigd raken hetgeen voor u een
levensgevaarlijke situatie oplevert.
C Weerstandsmeting "Ω"
Let op!
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelin-
gen en componenten evenals andere meetobjecten
absoluut spanningsloos zijn.
Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk:
1. Stel de draaischakelaar in op weerstandsmeting "Ω".
2. Via de toets "SELECT" gaat u naar de diodetest " "
naar de
doorgangstest " " en naar de capacititeitsmeting " ".
3. Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus en sluit de rode
meetdraad aan op de "HzVΩ"-bus en sluit de meetstiften aan op
het meetobject. Na een korte stabilisatiefase krijgt u vervolgens
de weerstandswaarde te zien.
Tip!
Als u een weerstandsmeting uitvoert, moet u ervoor zorgen dat
de meetpunten die tijdens de meting met de meetstiften
in aan-
raking komen, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars of dergelijke.
Dergelijke omstandigheden kunnen de meetwaarde vervalsen.
Bij weerstanden groter dan ca. 4MΩ kan het zijn dat de weerga-
ve enige tijd nodig heeft om zich te stabiliseren ("in te stellen").
Zodra "OL" op het display verschijnt, hebt u het meetgebied
overschreden, resp. het meettraject is onderbroken.
82
To Next Page
Loading...
Need help?
General
