WAARSCHUWING: Het klephuis moet voorzichtig op de
batterijen worden vastgedraaid (15 N·m is voldoende) om
beschadiging te voorkomen.
4.2.2 - Batterij intrede/uittrede en aansluitpositie koeling/
verwarming
Water intrede/uittrede, alle types : Fig. 15.
WAARSCHUWING: Houd rekening met de richting die
de pijl aangeeft op de kleppen, gebaseerd op het type
klep.
4.3
4.3.1 - Beschrijving
De Carrier unit wordt standaard uitgerust met een G1
lter. Als optie kan eveneens een G3 lter geleverd
worden (85% gravimetrisch lter) volgens de EN 779
norm. Het G3 lter voldoet aan de M1 brand classicatie
(volgens de NFP 92-507 norm).
Er zijn verschillende lters beschikbaar:
• Unitzonderrechthoekigeretouraansluitens(vlakke
inlaat): toegankelijk via de achterzijde van de unit.
• Unitmetrechthoekigeretouraansluitens:
toegankelijk via de onderzijde (luik).
4.3.2 - Vervangen van het lter
Luchtlters moeten regelmatig worden vervangen. De
levensduur van het lter is afhankelijk van de mate van
vervuiling, die weer afhankelijk is van de plaats van
opstelling.
Als vervuilde lters niet worden vervangen kan de drukval
oplopen, waardoor stofdeeltjes los laten en in de toevoer-
lucht terechtkomen. Bovendien zal de capaciteit van de
unit verminderen door de lagere luchthoeveelheid.
OPMERKING: Let er bij montage boven een verlaagd
plafond op dat de toegang tot en verwijderen van het lter
niet wordt belemmerd door T-liggers.
4.4
De waterregelkleppen zijn van het type 2-weg of 4-weg
(3-weg met ingebouwde bypass). De klep is geschikt voor
een werkdruk van 16 Bar.
Met deze optie is de combinatie (klep + aandrijving)
meestal normaal gesloten (NC). In dien de aandrijving niet
is bekrachtigd of bij een eventuele stroomstoring is het
waterdebiet over de unit afgesloten. Om de installatie te
vullen, te balanceren (inregelen) en te ontluchten moeten
de kleppen open worden gezet. Dit kan worden gedaan
door de aandrijvingen te bekrachtigen door er voeding op
te zetten via de thermostaat of de regelaar (GBS).
Voor de vervanging van deze onderdelen wordt verwezen
naar het hoofdstuk ‘‘4.4.1. - Vervangen van de aandrijving’’.
De elektro-thermische aandrijving zorgt voor een open/
dicht regeling. De voeding van de aandrijving is 230 V
wisselstroom.
4.1.2 - Procedure voor het vervangen van de condensator
• Schakeldehoofdstroomuitalvorenswerkzaamheden
aan de unit uit te voeren.
• Verwijderhetlter.
• Verwijderhettoegangspaneelvandeventilator.
• Verwijderdecondensatordieophetmotorchassisis
bevestigd.
• Neemdeplatteconnectorsaandeachterzijdevande
condensator los.
• Vervangdecondensatorenvolgdaarnabovenstaande
procedure in omgekeerde volgorde.
4.1.3 - Ventilatorbedrading
4.1.3.1 - Meer toeren unit met elektrakast optie.
Deze optie geeft de installateur de mogelijkheid om de
unit aan te sluiten op een klemmen bord in de elektrakast.
De elektrakast kan m.b.v. een schroevendraaier geopend
worden.
Drie van de beschikbare vijf toerentallen worden aangesloten
- (maximale toerental = R1, minimale toerental = R5). Zie
Fig. 13. welke de kleuren van de bedrading beschrijft.
De drie toerentallen zijn aangesloten op een vijfpolige
snelconnector - zie Fig. 13.
4.1.3.3 - Meer toeren unit met HDB of NTC regelaar
Wanneer de unit wordt geleverd met een HDB of een NTC
regelaar , dan worden drie van de vijf toerentallen
aangesloten op een MOLEX connector: zie Fig. 14 voor
HDB en NTC bedrading. De nummering en de kleuren van
de draden zijn gelijk aan die in de elektrakast (zie Fig. 13).
4.2 - Waterbatterij
4.2.1 - Verwijderen van de batterij
WAARSCHUWING: Schakel de hoofdstroom uit alvorens
werkzaamheden aan de unit uit te voeren.
• Sluitdeafsluitersopdewaterslangen.
• Laathetwateruitdeunitlopendoordeaftap-
afsluiter open te draaien (zie Fig. 15)
• Draaideaansluitinglosomdeexibelewaterslangen
te demonteren.
• Verwijderdeaandrijvingennoteerwatdekoel-en
verwarmingskleppen zijn.
• Verwijderdeexibelecondensaatafvoerleidingdie
door een slangklem (levering derden) op zijn plaats
wordt gehouden.
• Verwijderde2-wegof4-wegwaterregelkleppen.
Afhankelijk van de conguratie kan de koppeling van
de 4-weg klep zijn voorzien van een
omschakelthermostaat koeling/verwarming. Is dit het
geval dan mag deze niet worden verwijderd.
• Verwijderdevierbevestigingsschroeven(4torx
schroeven T20). Trek de batterij met
condensaatafvoerbak naar buiten tot de batterij
compleet is vrijgekomen. Haal vervolgens de batterij
uit de condensaatafvoerbak.
• Volgnadatdebatterijisvervangenbovenstaande
procedure in omgekeerde volgorde. Zorg dat alle
pakkingen worden vervangen en dat de intrede en
uittrede aansluitingen naar de batterij op correcte wijze
worden gemaakt.
• Tijdenshetvullenmoetdebatterijwordenontlucht.