Optie Omschrijving
KALIBRATIE OVERSCHRIJVEN Voer een nieuwe helling en/of nulwaarde in (reagensblanco). Wanneer
OVERRIDE CALIBRATION (kalibratie overschrijven) wordt geselecteerd,
wordt de automatische kalibratie uitgeschakeld voor de geselecteerde
optie.
KALIBRATIE UITGANG Selecteer een 4-20mA-uitgang en voer de te verzenden uitgangswaarden
in.
STAND.KAL. RESETTEN Reset kalibratiegegevens naar standaardwaarden en deactiveert
automatische kalibratie. Voer een nieuwe kalibratie uit wanneer dit is
gebeurd.
Automatische kalibraties plannen
1. Druk op cal en selecteer vervolgens AUTO-KALIBRATIE INSTELLEN.
2. Selecteer SLOPE CAL (hellingskalibratie) of ZERO CAL (nulkalibratie).
3. Selecteer AUTO-KAL. ACTIVEREN>YES (JA).
4. Selecteer STD SOLUTION (standaardoplossing) en voer de standaardwaarde in ppb in (niet van
toepassing voor ZERO CAL (nulkalibratie).
5. Selecteer een planningsoptie voor kalibratie.
Optie Omschrijving
TIJDBASIS Stelt het interval tussen kalibraties in. Opties: DAYS (DAGEN) of HOURS (UREN).
WEEKDAG Selecteert de weekdag of weekdagen voor kalibratie wanneer TIJDBASIS op DAY (DAG)
is ingesteld.
TIJD Selecteert het tijdstip op de dag voor kalibratie wanneer TIJDBASIS op DAY (DAG) is
ingesteld.
SET INTERVAL Stelt het interval tussen automatische kalibraties in uren in wanneer TIME BASE (tijdbasis)
op is ingesteld op HOURS (uren) .
Kalibratie handmatig starten
1. Druk op cal en selecteer vervolgens HANDM. KAL. STARTEN.
2. Het type kalibratie wordt weergegeven. Druk op Enter om de kalibratie te starten.
3. De status van de meting wordt weergegeven. Selecteer YES (JA) om de huidige meetcyclus te
onderbreken en de kalibratie onmiddellijk te starten. Selecteer NEE om te wachten tot de huidige
meetcyclus is voltooid voordat de kalibratie wordt gestart.
4. Volg de instructies op het display.
Nederlands
163
To Next Page
Loading...
Need help?
General
