IPC Gansow CT110 - 7 Perioden Van Inactiviteit; 8 Onderhoud en Opladen Van de Batterijen; Procedure Voor Het Opladen Met Door de Fabrikant Geïnstalleerde Batterijlader; Procedure Voor Het Opladen Met Externe Batterijlader

NEDERLANDS
21


 ATTENTIE
Verwijder tijdens het reinigen van de vuilwatertank nooit het zuigfilter (fig. G, ref. 1)
uit zijn zitting en richt de waterstraal nooit op dit filter.
Nu kan men weer doorgaan met schrobben en zuigen.
Duw-/trekbeweging van de machine:
Wanneer de aandrijving niet gebruikt kan worden, moeten, om de machine eenvoudig
te kunnen duwen/trekken, de schroeven vastgedraaid worden om de
elektromagnetische rem te vergrendelen.
Na de verplaatsing dienen de schroeven losgedraaid te worden om de
elektromagnetische rem weer te ontgrendelen.


 ATTENTIE
Als de schroeven niet worden losgedraaid, blijft de elektromagnetische rem van
de machine inactief. Start de machine nooit met de schroeven (fig. F, ref. 1) voor
vergrendeling van de elektromagnetische rem vastgedraaid (rem uitgeschakeld).
7. PERIODEN VAN INACTIVITEIT
Wanneer de machine langere tijd niet gebruikt wordt, moeten het zuigrubber en de
borstels (of de schuurpads) gedemonteerd, gereinigd en bewaard worden op een droge
plek (bij voorkeur verpakt in een plastic zak of een stuk plastic), beschermd tegen stof.
Controleer of de tanks volledig geleegd en perfect schoon zijn.
Laad de batterijen volledig op alvorens ze op te bergen. Tijdens lange perioden van
inactiviteit, dient men ook voor periodieke oplading (minstens eens per twee maanden) te
zorgen, zodat de batterijen altijd de maximale lading behouden.


 ATTENTIE
Als de batterijen niet periodiek worden opgeladen, riskeert men dat ze
onherstelbaar beschadigd raken.
8. ONDERHOUD EN OPLADEN VAN DE BATTERIJEN
! GEVAAR
Controleer de batterijen niet door middel van vonkvorming.
Uit batterijen komen ontvlambare dampen vrij: doof vlammend of gloeiend materiaal
alvorens de batterijen te controleren en bij te vullen.
Voer de hieronder beschreven handelingen in geventileerde ruimten uit.
8.1. Procedure voor het opladen met door de fabrikant geïnstalleerde
batterijlader
• Til de stoel op (fig. B, ref. 8) en sluit de voedingskabel (fig. C, rif. 5) van de batterijlader
op het elektriciteitsnet aan.
8.2. Procedure voor het opladen met externe batterijlader
• Til de stoel op (fig. B, ref. 8) en sluit de connector van de batterijlader op de rode
connector aan (fig. C, rif. 4)