Basiskennis van het lassen
- 90 - 01.21909.2669.9-02
14.7 Brander
Afb. 9: PowerMaster brander van de i-LTG/i-LTW serie
Functies toortsschakelaars
M
Job
A
75 76 78
77
80
81
82
83
84 85
Afb. 10: Toortsschakelaars
75 Toortsschakelaar Start/Stop
voor het starten en stoppen van het lassen
76 Toortsschakelaar Tweede lasstroom
voor het activeren van de tweede lasstroom I2. (overi-
ge functies zie ‘2e toortsschakelaar’ in de paragraaf 13.
3 “Nevenparameters”) „14.3 Secundaire parameters“ op
pagina 17.
77 Toortsschakelaar Up
om de parameterwaarden te verhogen.
78 Toortsschakelaar Down
om de parameterwaarden te verlagen.
80 LED Ampère:
Brandt als op de display (84) de lasstroom wordt aan-
gegeven.
81 LED Job:
Bij BasicPlus niet beschikbaar!
82 PowerMaster LED 3:
Toe te wijzen aan vrij selecteerbare parameter.
Vooraf toegewezen aan tweede stroom I2.
83 PowerMaster LED 4:
Toe te wijzen aan vrij selecteerbare parameter.
84 Display: Weergave van de parameterwaarden.
85 Modus-toets:
Omschakeling tussen de parameters LED 80 t/m LED
83 7 sec. indrukken om de display (84) om te schake-
len tussen de modus voor rechts- en linkshandigen.
Als index wordt rechtsonder op de display een punt
weergegeven. 2 sec. indrukken om de Modus-toets
gedurende 15 sec. te deblokkeren (bij geactiveerde
secundaire parameter „PowerMaster LED blokkering“
(PLL).
15 Basiskennis van het lassen
15.1 Lassen met beklede elektroden
Bij de algemeen bekende methode van het handmatig elek-
trodelassen worden beklede elektroden gebruikt. Tijdens het
lassen brandt deze mantel gelijktijdig met de kernstaaf af.
Daardoor ontstaat het beschermgas. Tevens compenseert de
afbrandende omhulling legeringelementen die in het smelt-
bad worden vernietigd. Over de lasnaad vormt zich een slak
die de afkoelende lasnaad beschermt tegen de buitenlucht.
De omhullingen van de elektroden zijn verschillend van dik-
te en type, d. w. z. ze verschillen in chemische samenstelling.
Daardoor ontstaan verschillende laseigenschappen en zo-
doende verschillende gebruiksmogelijkheden voor de elek-
troden. De indeling en benoeming van staafelektroden is ge-
regeld in DIN EN 499 (vroeger DIN 1913).
Beklede elek-
trode
Vlamboog
Mantel
Kernstaaf
Gas/slak
Smeltzone
Basismateriaal