EasyManua.ls Logo

Migatronic PI 400 PLASMA - Besturingsunit

Migatronic PI 400 PLASMA
74 pages
Go to English
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
44
BESTURINGSUNIT
Besturingsknop
Alle parameters worden ingesteld m.b.v.
een besturingsknop. Deze parameters zijn
incl. stroom, pulstijd, slope-up tijd, etc.
Deze besturingsknop is geplaatst aan de
rechterkant van het besturingspaneel. Het digitale dis-
play toont de waarde van de in te stellen parameter.
Het symbool van de parameter wordt aan de rechter-
kant van het digitale display weergegeven.
Een parameter kan worden geselecteerd d.m.v. de
drukknop in het relevante deel van het paneel. Een
helder indicatielampje geeft de geselecteerde para-
meter aan. De besturingsknop wordt dan gebruikt voor
het instellen van een nieuwe waarde.
Opslag van programmaparameters
Deze functie maakt de opslag van pro-
gramma’s mogelijk (vaak gebruikte machine-
instellingen) evenals het schakelen van een compleet
programma, naar een ander. Door het indrukken van
de knop, toont het display een “P” en een nummer:
“1”, “2” etc. Ieder nummer bevat een programma met
alle parameters en functies van de machine. Het is
daarom mogelijk voor elke lasklus een programma te
hebben waarvoor de machine gebruikt wordt.
I Het is mogelijk om 64 instellingen voor elk lasproces
op te slaan. (MMA, TIG en PLASMA) = 192
programma-instellingen
Ieder programma kan gekozen worden door :
1. Kies tussen MMA, TIG of PLASMA.
2. Tenslotte, kies programmanummer (P01…P10).
De besturingsknop kan gebruikt worden om te
schakelen tussen de programma’s wanneer de
knop ingedrukt wordt gehouden.
De laatst gebruikte programma-instelling in de
relevante programmagroep (MMA, TIG en PLASMA)
zal worden getoond wanneer de programmaknop
gekozen wordt.
Resetten van lasprogramma’s
Selecteer het programma dat naar de fabrieks-
instelling gereset moet worden. Houd de
-drukknop
10 seconden ingedrukt zonder te draaien.
Het programmma is gereset, wanneer het actuele
programmanummer in het display knippert, vervolgens
kan de
-knop losgelaten worden.
Lasstroom
De drukknop kan gebruikt worden om de las-
stroom te tonen. Instelbaar van 5A tot 400A.
Wanneer het lasproces is gestopt, wordt in het display
de ingestelde lasstroom getoond. Echter, gedurende
het lassen wordt de actuele lasstroom getoond.
Wanneer tijdens het pulslassen gewisseld wordt
tussen lasstroom en basisstroom en dit wisselen gaat
sneller dan we kunnen waarnemen wordt automatisch
de gemiddelde waarde getoond.
Parametersymbolen
Symbolen die weergegeven worden bij de ge-
selecteerde parameter.
Lasspanningindicator
De lasspanning indicator licht uit veiligheids-
redenen op om aan te tonen dat er open spanning
aanwezig is.
Indicator voor oververhitting
De indicator voor oververhitting licht op
wanneer het lassen wordt onderbroken door over-
verhitting van de machine.
Voedingsfoutindicator
De voedingsfoutsindicator licht op wanneer de
spanning 15% lager of hoger is dan de vereiste
spanning.

Related product manuals