4 – Nederlands
c) als de goot voor de doorgang van de elektriciteitskabels erbuiten ligt,
moetdedoosopmaximaal2cmvandewandwordenbevestigdomde
doorgangvandeaansluitkabelsachterdebesturingseenheidmogelkte
maken.NDA100bestaatuit4afstandhouderseneen beschermingscar-
ter voor de ingang van de kabels in de doos van de besturingseenheid.
Raadpleeg voor de installatie met behulp van deze (optionele) uitrusting
afb. 2-C.
04.Nuishetmogelkomalleelektrischeaansluitingenuittevoeren:raadpleeg
hiervoorhoofdstuk3.
Raadpleeg voor de installatie van de andere inrichtingen van de automatisering
de betreffende instructiehandleidingen.
TABEL 1 - Technische kenmerken van de elektriciteitskabels
Aansluiting Kabeltype Maximaal toegestane lengte
Kabel VOEDING BESTURINGSEENHEID
- driefasig
- eenfasig
4x1mm
2
3x0,75mm
2
5 m (opmerking 1)
2m(opmerking 1)
MOTORKABEL voorNicereductiemotorenznspecialekabels
verkrgbaaralsaccessoire.
voor reductiemotoren van andere merken dient u
contact op te nemen met de motorfabrikant
5 - 7 - 11 m
Kabel KNIPPERLICHT met antenne 2x1mm
2
(voorknipperlicht230Vac)
afgeschermdekabeltypeRG58(voorantenne)
10 m
KabelFOTOCELLEN 4x0,5mm
2
10 m
Kabel SLEUTELSCHAKELAAR 2kabels2x0.25mm
2
10 m (opmerking 2)
SPIRAALKABEL voor veiligheidsrand spiraalkabelvanNiceverkrgbaaralsaccessoire 50 m
Opmerking 1 – Als de voedingskabel langer is dan de maximaal toegestane lengte, moet er een kabel met een grotere doorsnede worden gebruikt
Opmerking 2 - Deze 2 kabels kunnen worden vervangen door 1 enkele kabel van 4 x 0,5 mm
2
LET OP! – De gebruikte kabels moeten geschikt zn voor het type omgeving waar de automatisering geïnstalleerd wordt.
A
V WU
L1L2L3
MOTOR
LINE
PE
LED SAFETY
LED L2LED L1
OUT
FUSES
ALT
INPUT
SAFE
STOP
LIMIT SWITCH
IBT4N
OXI
ENCODER
PROG
LED SAFETY = LED veiligheidsketen
LED L2 = LED OK (groen)
LED L1 = LED Warning (rood)
OUT =
slot voor invoeren kaart
accessoireNDA040uitbreiding
uitgangen
PROG =
DIP SWITCH voor program-
mering
ENCODER = elektronische eindaanslag
INPUT =
externeingangen(Gemeen-
schappelk,Openen,Sluiten,
Ing1, PHOTO)
8-com(+24Vdcgemeen-
schappelijk)
9-open(openen)
10 - close (sluiten)
11 - photo (ing1)
ALT = klem HALT
SAFE =
alleen voor motoren met me-
chanische eindaanslag (laat niet
aangeslotenbmotorenmet
elektronische eindaanslag)
LIMIT
SWITCH
= mechanische eindaanslag
STOP =
STOP klem gebruikt voor veilig-
heidsrand8K2ofOSE
5-positief(+)veiligheidsrand
6-signaalveiligheidsrand
7 - negatief aarding (-)
IBT4N =
connectorvoorinterfaceIBT4N
(niet meegeleverd)
OXI =
connector voor de aansluiting
van de radio-ontvangers met
SMaansluiting(SMXI/OXI)
= antenne
PE
= aardaansluiting
LINE =
connector voor de aansluiting
van de driefasen- of eenfase-
voedingsln
FUSES =
F1,F2,F3,F4:zieTechnische
Eigenschappen"
MOTOR = motor
(+com)
(– GND)