www.scheppach.com
NL
|
63
Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van spuit-
en sproeivoorzetapparaten (bijv. spuiten):
1. Houd bij het vullen het sproeivoorzetapparaat uit
de buurt van de compressor, zodat er geen vloei-
stof in aanraking kan komen met de compressor.
2. Spuit met de sproeivoorzetapparaten (bijv. verf
spuiten) nooit in de richting van de compressor.
Vocht kan leiden tot elektrische gevaren!
3. Geen lakken of oplosmiddelen met een vlampunt
van minder dan 55° C verwerken. Explosiegevaar!
4. Lak en oplosmiddelen niet verwarmen. Explosie-
gevaar!
5. Als er vloeistoen worden verwerkt die schadelijk
zijn voor de gezondheid, zijn er lterapparaten (ge-
laatsmaskers) nodig ter bescherming. Neem ook
de specicaties in acht die door de fabrikanten van
dergelijke stoen wordt verstrekt met betrekking
tot voorzorgsmaatregelen.
6. De specicaties en aanduidingen van de verorde-
ning inzake gevaarlijke stoen die op de omver-
pakking van de verwerkte materialen zijn aange-
bracht, moeten in acht worden genomen. Indien
nodig moeten aanvullende voorzorgsmaatregelen
worden getroen, met name wat betreft het dragen
van geschikte kleding en maskers.
7. Tijdens het spuiten alsook in de werkruimte mag
niet worden gerookt. Explosiegevaar! Ook verf-
dampen zijn licht ontvlambaar.
8. Vuur, open verlichting of vonkende machines mo-
gen niet aanwezig zijn resp. bediend worden.
9. Bewaar of consumeer geen voedsel en dranken
in de werkomgeving. Verfdampen zijn schadelijk
voor de gezondheid.
10. De werkruimte moet groter zijn dan 30 m³ en er
moet worden gezorgd voor voldoende luchtverver-
sing tijdens het spuiten en drogen.
11. Spuit niet tegen de wind in. Neem altijd de voor-
schriften van de plaatselijke politie in acht bij het
spuiten van brandbare of gevaarlijke spuitmateri-
aal.
12. Verwerk geen media zoals testbenzine, butylal-
cohol en methyleenchloride in combinatie met
de PVC-drukslang. Deze media vernietigen de
drukslang.
13. De werkomgeving moet door de compressor zijn
losgekoppeld, zo dat deze niet direct met het werk-
bereik in aanraking kan komen.
- Vermijdt zware belasting van het leidingsysteem
door exibele slangaansluitingen te gebruiken en
knikken te vermijden.
- Kantel de compressor niet verder dan 30° uit de
verticale stand.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
Gebruik de compressor niet in de regen.
Neem bij gebruik met het sproeiapparaat (bijv.
verfspuitpistoolspuit) de afstand tot het apparaat in
acht en spuit niet in de richting van de compressor.
Neem de overeenkomstige gebruikshandleidingen
van de betreende persluchtgereedschappen /
persluchtvoorzetapparatuur in acht!
De volgende algemene aanwijzingen moeten even-
eens in acht worden genomen:
Veiligheidsvoorschriften voor werkzaamheden
met perslucht en luchtpistolen
• Neem voldoende afstand tot het product, minimaal
echter 2,50 m en houd de persluchtgereedschappen
/ persluchtvoorzetapparatuur tijdens het gebruik uit
de buurt van de compressor.
• Compressorpomp en leidingen bereiken tijdens
bedrijf hoge temperaturen. Contact leidt tot brand-
wonden.
• De door de compressor aangezogen lucht moet
vrijgehouden worden van toevoegingen die brand
of explosies in de compressorpomp kunnen veroor-
zaken.
• Houd bij het losmaken van de slangkoppeling het
koppelstuk van de slang met de hand vast. Zo voor-
komt u letsel door de terugspringende slang.
• Draag een veiligheidsbril wanneer u met het lucht-
pistool werkt. Door vreemde deeltjes en weggebla-
zen onderdelen kunnen verwondingen ontstaan.
• Draag bij de werkzaamheden met het persluchtpis-
tool een veiligheidsbril en luchtwegmasker. Stoen
zijn schadelijk voor de gezondheid! Door vreemde
deeltjes en weggeblazen onderdelen kunnen ver-
wondingen ontstaan.
• Met het luchtpistool niet richting personen blazen
of kleding op het lichaam wordt gedragen, reinigen.
Gevaar voor letsel!