www.scheppach.com
NL
|
57
• Verwijder het bougie-deksel (8a).
• Verwijder het vuil van het voetstuk van de bougie.
• Gebruik een moersleutel om de bougie uit de motor
te halen.
• Controleer de bougie visueel. Verwijder evt. aange-
koekte resten met een koperen draadborstel.
• Kijk of u verkleuringen ziet aan de bovenkant van
de bougie. Standaard moet de bougie licht van kleur
zijn.
• Controleer de elektrodeafstand van de bougie. Een
acceptabele spleetbreedte is 0,6 - 0,7 mm.
• Plaats de bougie voorzichtig met de hand terug in
de motor.
• Als de bougie goed geplaatst is, draait u hem vast
met de bougiesleutel.
• Breng het deksel van de bougie op de bougie aan.
11. Transport
Voor kortdurende transport tilt u het apparaat op aan
de transportgrepen (1).
Als de machine verder getransporteerd moet worden,
leeg de benzinetank, gebruik hiervoor een standaard
kunststof-benzinepomp van de bouwmarkt.
12. Opslag
• Bewaar het apparaat en de bijbehorende accessoi-
res op een donkere, droge en vorstvrije en voor kin-
deren ontoegankelijke plaats.
• De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 5 en
30˚C.
• Dek het gereedschap af om het te beschermen te-
gen stof of vocht.
• Bewaar de gebruikshandleiding bij het gereedschap.
Let op: Een fout bij het opvolgen van deze stap kan tot
gevolg hebben dat er zich afzettingen aan de binnen-
wand van de carburateur vormen, wat een zwaardere
start of permanente schade aan de machine tot gevolg
kan hebben.
• Voer alle algemene onderhoudswerkzaamheden
uit die in de paragraaf onderhoud in de handleiding
staan beschreven.
• Verwijder de brandstof uit de tank (gebruik hiervoor
een algemeen verkrijgbare kunststof benzinepomp
uit de bouwmarkt).
• Nadat de brandstof is uitgepompt, start u de machi-
ne.
Let op! De stroomgenerator is voorzien van een over-
belastingsbeveiliging. Deze schakelt het stopcontact
(7) uit. Door het indrukken van de overbelastingsbe-
veiliging (6) kan het stopcontact (7) weer in gebruik
worden genomen.
Let op! Als dit geval optreedt, reduceer dan het
elektrisch vermogen dat u van de generator be-
trekt of verwijder defecte aangesloten apparaten.
10. Reiniging
Let op!
Schakel altijd de motor uit en verwijder de bougiestek-
ker alvorens reinigingswerkzaamheden uit te voeren.
Wij adviseren om het apparaat direct na elk gebruik te
reinigen.
Machine
• Zorg dat de veiligheidsinrichtingen, de ventilaties-
leuven en de motorbehuizing zo stof- en vuilvrij mo-
gelijk zijn. Wrijf het apparaat met een schone doek
schoon of blaas het met perslucht bij een lage druk
uit.
• Wij adviseren om het apparaat direct na elk gebruik
te reinigen.
• Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen reinigings-
of oplosmiddelen. Hierdoor kunnen de kunststofon-
derdelen van het apparaat worden aangetast. Let op
dat er geen water in het apparaat terecht komt.
Luchtlter (afb. 6)
• Het luchtlter moet elke 30 bedrijfsuren worden ge-
reinigd resp. worden vervangen.
• Verwijder het luchtlterdeksel (8)
• Verwijder het lterelement (7a)
• Reinig het lterelement met zeepwater, spoel ver-
volgens met helder water af en laat dit goed drogen
voordat u dit opnieuw inbouwt.
• De montage wordt in omgekeerde volgorde uitge-
voerd
Bougie (afb. 8 + 9)
Controleer de bougie na 10 bedrijfsuren op veront-
reinigingen en vuil. Verwijder deze zo nodig met een
koperdraadborstel. Pleeg na nog eens 50 bedrijfsuren
opnieuw onderhoud aan de bougie.
To Next Page
Loading...
Need help?
General
