208
Info
In geval van een kleine verschuiving van de aansluitbui-
zen kunt u de kapgeleidingsstukken met afdichtlipjes ge-
bruiken. In dit geval worden de achterwand-geleidings-
stukken niet gemonteerd.
14.9 Montage onderstuk achterwand bij opbouw-
schroefaansluiting
D0000053286
2
3
1
1 Onderstuk van de achterwand
2 Meegeleverd verbindingsstuk
3 Schroef
Bij het gebruik van opbouwschroefaansluitingen kan het onder-
stuk van de achterwand ook na de kraanmontage gemonteerd
worden. Daarvoor gaat u als volgt te werk:
Zaag het onderstuk van de achterwand open.
Monteer het onderstuk van de achterwand door het zijde-
lings open te buigen en over de opbouwbuizen te steken.
Steek de verbindingsstukken achterlangs in het onderstuk
van de achterwand.
Klik het onderstuk van de achterwand vast in de achterwand.
Bevestig het onderstuk van de achterwand met een schroef.
14.10 Wandbevestiging bij vervanging van het toestel
Een aanwezige wandbevestiging van STIEBELELTRON kan gebruikt
worden bij vervanging van het toestel (uitzondering doorstromer
DHF), indien de bevestigingsschroef zich rechtsonder bevindt.
Vervanging van de doorstromer DHF
26_02_02_0815_
Verplaats de bevestigingsschroef op de wandbevestiging (de
bevestigingsschroef heeft een zelftappende schroefdraad).
Draai de wandbevestiging 180° en monteer deze op de wand
(de tekst DHF verschijnt dan in de leesrichting).