RE 271, RE 271 PLUS, RE 281, RE 281 PLUS
Nederlands
189
Bij het reinigen mogen geen 
gevaarlijke stoffen 
(bijv. asbest, olie) van het te 
reinigen object in het milieu 
terechtkomen. Beslist de 
betreffende milieurichtlijnen in 
acht nemen!
Geen oppervlakken waarin 
asbestcement is verwerkt 
afspuiten met een 
hogedrukstraal. Behalve vuil 
kunnen ook gevaarlijke 
asbestvezels vrijkomen die de 
longen kunnen aantasten. Dit 
gevaar is vooral aanwezig 
nadat het behandelde 
oppervlak is opgedroogd.
Kwetsbare componenten van 
rubber, stof, en dergelijke niet 
met een rotorstraal, bijv. met 
de rotorsproeier reinigen. 
Tijdens het reinigen op 
voldoende afstand tussen de 
hogedruksproeier en het 
oppervlak letten om 
beschadiging van het te 
reinigen oppervlak te 
voorkomen.
De hendel van het spuitpistool 
moet soepel bewegen en 
automatisch in de 
uitgangsstand terugkeren 
nadat hij is losgelaten.
De spuitinrichting met beide 
handen vasthouden om de 
controle erover niet te 
verliezen door de 
terugstootkracht of door het 
koppel dat ontstaat bij een 
gebogen spuitlans.
De hogedrukslang niet 
knikken en hiermee geen 
lussen vormen.
De netkabel en de 
hogedrukslang niet 
beschadigen door hier 
overheen te rijden, deze af te 
knellen of door eraan te 
trekken, beschermen tegen 
hitte en olie.
De netkabel niet met de 
hogedrukstraal in aanraking 
laten komen.
Als het apparaat niet volgens 
voorschrift (bijv. door geweld 
van buitenaf, door stoten of 
vallen) werd uitgeschakeld, dit 
voor het opnieuw in gebruik 
nemen beslist op een 
bedrijfszekere staat 
controleren – zie ook "Voor 
aanvang van de 
werkzaamheden". Vooral de 
correcte werking van de 
veiligheidsinrichtingen 
controleren. Een niet-
bedrijfszeker apparaat in 
geen geval verder gebruiken. 
In geval van twijfel contact 
opnemen met een 
geautoriseerde dealer.
Voor het achterlaten van het 
apparaat: het apparaat 
uitschakelen – de netsteker uit 
de contactdoos trekken.
Veiligheidsinrichting
Een ontoelaatbaar hoge druk 
wordt bij het aanspreken van 
de veiligheidsinrichting via 
een overstroomklep 
teruggevoerd naar de 
aanzuigzijde van de 
hogedrukpomp. De 
veiligheidsinrichting is af 
fabriek ingesteld en mag niet 
worden versteld.
Na de werkzaamheden
– De netsteker uit de 
contactdoos trekken
– De waterslang tussen het 
apparaat en het 
waterleidingnet 
loskoppelen
Het apparaat uit
-
schakelen 
voordat dit wordt 
achtergelaten!