107
Ga voor het meten van wisselstroom (A ) als volgt te werk:
• Schakel de DMM met de draaischakelaar (3) in en selecteer de meet-
functie “A
” en het verwachte meetbereik (40A/4A). Op het dis-
play verschijnt “A” en het symbool AC voor wisselstroom.
• De weergave wordt bij gesloten stroomtang in wisselstroombereik
automatisch op nul gezet. Als een sterk magnetisch veld in de buurt
de juiste werking van het display verstoort, kunt u deze ongewenste
displaywaarde compenseren met behulp van de „REL“-functie (rela-
tieve waardemeting).
• Druk op de openingshendel van de stroomtang (10) om de klem te
openen.
• Klem de te meten enkele geleider en sluit de tang opnieuw. Plaats de
stroomleider in het midden van de tang.
• De gemeten wisselstroom wordt weergegeven op het display.
• Verwijder na het afsluiten van de meting de stroomtang van het meet-
object en schakel het product uit. Zet de draaiknop op “OFF”.
Meting van wisselstromen met 400 Hz laagdoorlaatlter (VFC)
Destroomstangismeteen400Hzsoftware-laagdoorlaatlteruitgerust,diestoorsignalenboven400Hzonderdrukt.
HetlaagdoorlaatlterkanindiennodiginhetAC-bereikwordeningeschakeld.
Voor AC-meting met laagdoorlaatlter gaat u als volgt te werk:
• Schakel de stroomstang met de draaischakelaar in en selecteer het gewenste meetbereik (4 A / 40 A ).
• Houddeknop“SELECT”(4)ong.2secondeningedruktomhetlaagdoorlaatlterteactiveren.Erklinken3piep-
tonen en op het LCD-scherm verschijnt kort “UFC”. Vervolgens verschijnt het pictogram “VFC” (P) op het scherm.
• Voer de meting uit zoals in paragraaf “Meting van AC-stromen (A
)”, stappen 3 tot 5, staat beschreven.
• Omhetlaagdoorlaatltertedeactiveren,houdtudeknop“SELECT”ong.2secondeningedrukt.Erklinkteen
pieptoon en op het LCD-scherm verschijnt kort “End”.