22
j) Strommessung im 10A- Bereich (AC = True RMS)
In diesem Bereich ist eine Strommessung bis 10 A DC/AC möglich. Der Strommessbereich ist abgesichert
und somit gegen Überlastung geschützt.
Im Wechselstrombereich wird der Messwert als Echteffektivwert (True RMS) gemessen. Mit dem gelben
Druckschalter kann auf AC+DC gekoppelte Echteffektivwert-Messung geschalten werden.
Zur Messung von 10A-Strömen gehen Sie wie folgt vor:
10 A MAX
μAmA% COM
HzV
°C
+
-
Verbinden Sie die schwarze Messleitung mit der COMBuchse und die rote •
Messleitung mit der 10A-Buchse.
Stellen Sie den Bereichswahlschalter (5) auf Position „A“. Nach Wahl •
des Messbereiches mit dem Bereichswahlschalter (5) ist automatisch die
Gleichstrommessung (DC) aktiv.
Verbinden Sie nun die beiden Messspitzen in Reihe mit dem Messobjekt •
(Batterie, Schaltung usw.), die jeweilige Polarität des Messwertes wird
zusammen mit dem augenblicklichen Messwert in der Hauptanzeige
(12) dargestellt. Im linken Subdisplay wird der aktuelle Messbereich
angezeigt.
Für Wechselstrommessungen drücken Sie die blaue Taste einmal. In der •
Displayanzeige (1) erscheint „AC True RMS“.
Bei Wechselstrommessungen wird in der Hauptanzeige (12) der Messwert •
angezeigt. Im rechten Subdisplay wird die Frequenz des Wechselstromes,
im linken Subdisplay wird der aktuelle Messbereich angezeigt.
Messen Sie auf keinen Fall Ströme über 10 A.
Messungen >5 bis 10A dürfen max. 10s lang und nur in Intervallen von 15 Minuten
durchgeführt werden (Abkühlphase für den Shunt (Messwiderstand)). Von 0 bis 5A ist
eine Dauermessung möglich.
k) DC-Schleifenstrommessung in Prozent
Dieser Messbereich dient zur prozentualen Anzeige eines Schleifenstromes.
Der Messbereich reicht von 4 mA = 0% bis 20 mA = 100%.
Zur Messung von 10A-Strömen gehen Sie wie folgt vor:
10 A MAX
μAmA% COM
HzV
°C
+
-
Stellen Sie den Bereichswahlschalter (5) auf Position „mA“.•
Verbinden Sie die schwarze Messleitung mit der COMBuchse und die rote •
Messleitung mit der mAμA-Buchse.
Drücken Sie zweimal die blaueTaste; im Display erscheint „LO %“•
Verbinden Sie nun die beiden Messspitzen in Reihe mit dem Messobjekt •
(Batterie, Schaltung usw.); der Schleifenstrom wird prozentual angezeigt.
99
nF Nanofarad (waarde maal tien tot de macht.-9; 10
-9
, eenheid van de elektrische capaciteit)
μF Microfarad (waarde maal tien tot de macht -6; 10
-6
)
mF Millifarad (waarde maal tien tot de macht -3; 10
-3
)
ºC Graden Celsius (eenheid van de temperatuur)
ºF Graden Fahrenheit
W Watt (eenheid van het arbeidsvermogen)
VA VoltAmpere (eenheid van het schijnbare vermogen)
cos φ Cosinus phi (vermogenfactor φ)
% Procentuele aanduiding voor het meetbereik van 4 mA tot 20 mA of van de
impuls/pauze-verhouding (duty cycle)
MIN Weergave van de laagst gemeten waarde
MAX Weergave van de hoogst gemeten waarde
PEAK Weergave van de actuele piekwaarde
HOLD Staat voor Data-Hold; de meetwaarde wordt “bevroren” ofwel vastgehouden (bijvoorbeeld
voor protocollering), totdat er op de knop „EXIT“ wordt gedrukt of de DMM wordt
uitgeschakeld
LOW Onderschrijdingsaanduiding voor de vooraf ingestelde onderste grenswaarde
HIGH Overschrijdingsaanduiding voor de vooraf ingestelde bovenste grenswaarde
SET Setup-functies kunnen worden ingesteld
STO „Store“ (=opslaan); meetwaarderegistratie in de datalogger (meetwaardegeheugen)
RCL „Recall“; uitlezen van het meetwaardegeheugen
No. Weergave van het geheugenplaatsnummer bij het opslaan van meetwaarden
SEND De gegevensoverdracht naar de PC vindt plaats
To Next Page
Loading...
Need help?
General
