457376_a 81
Ingebruikname
4.7 Verbindingen aan het basisstation
controleren (04)
1. Controleer of beide LEDs aan de voorkant
van de laadzuil (09/1) branden. Indien niet:
■
Trek de voedingskabel los.
■
Controleer alle stekkerverbindingen van
de voeding en van de begrenzingskabel
op juiste montage en beschadigingen.
Toestandsweergaven van de LEDs
LEDs Bedrijfstoestanden
groen
■
Bandt als de begrenzingskabel
correct is gelegd en de lus in or-
de is.
■
Knippert als de lus van de be-
grenzingskabel niet in orde is.
geel
■
Brandt als de voeding in orde
is.
■
Knippert als het apparaat in het
basisstation staat en wordt op-
geladen.
5 INGEBRUIKNAME
Dit hoofdstuk beschrijft de handelingen en instel-
lingen die nodig zijn om de robot-grasmaaier voor
de eerste keer in bedrijf te stellen. Voor alle an-
dere instellingen zie Hoofdstuk 7 "Instellingen",
pagina83.
5.1 Accu laden (08)
De ingebouwde accu is bij aflevering gedeeltelijk
opgeladen. Bij normaal gebruik wordt de accu
van het apparaat regelmatig opgeladen.
OPMERKING
De accu moet voor het eerste gebruik
compleet worden opgeladen. De accu
kan in elke willekeurige laadtoestand
worden opgeladen. Het is niet slecht
voor de accu als het opladen wordt on-
derbroken.
De accu kan alleen worden opgeladen
als het apparaat is ingeschakeld.
1. Apparaat (08/1) zodanig in het basisstation
(08/3) plaatsen dat de contactoppervlakken
van het apparaat de laadcontacten van het
basisstation raken.
2. Met apparaat inschakelen.
3. Het display op het apparaat toont Accu
wordt geladen. Indien niet: zie Hoofdstuk
14 "Hulp bij storingen", pagina90.
5.2 Basisinstellingen uitvoeren
1. Afdekkap openen.
2. Met apparaat inschakelen. Firmware, co-
denummer en type worden weergegeven.
3. In het menu taalkeuze met of Ne-
derlands selecteren en met overne-
men.
4. In het menu Aanmelding > PIN invoe-
ren het vooraf ingestelde PIN 0000 invoe-
ren. Hiervoor na elkaar met of het cij-
fer 0 selecteren en telkens met overne-
men. Na de invoer van het PIN wordt de toe-
gang vrijgeschakeld.
5. In het menu PIN wijzigen:
■
Bij Nieuwe PIN invoeren een zelf
gekozen nieuw PIN van vier plaatsen in-
voeren. Hiervoor na elkaar met of
een cijfer selecteren en telkens met
overnemen.
■
Bij Nieuwe PIN herh. het nieuwe PIN
opnieuw invoeren. Als beide invoeren
identiek zijn, wordt PIN met succes
gewijzigd weergegeven.
6. In het menu Datum invoeren de actuele
datum instellen (formaat:DD.MM.20JJ).
Hiervoor na elkaar met of een cijfer
selecteren en telkens met overnemen.
7. In het menu Tijdstip invoeren > 24h-
formaat de actuele tijd instellen (for-
maat:HH:MM). Hiervoor na elkaar met of
een cijfer selecteren en telkens met
overnemen.
De basisinstellingen zijn voltooid. De status On-
gekalibreerd starttoets indrukken
wordt weergegeven.