Artsenhandleiding
91098825-02 272 van 337
Voorwaarden
De beschreven implantatieprocedures beginnen met implantatie van de DHS-lead.
Hierbij wordt aangenomen dat de volgende procedures zijn voltooid:
• Aan de patiënt is het stereotactische frame en/of ijkpunten van een systeem
zonder frame bevestigd.
• De gewenste baan van het inbrengpad van de DHS-lead is vastgesteld.
• De incisie in de hoofdhuid is gemaakt en het boorgat is geboord.
• Bij gebruik van de SureTek™-boorgatafdekking is de onderkant van de
boorgatafdekking boven op het boorgat bevestigd. (Zie de handleiding van de
set met de boorgatafdekking voor instructies voor gebruik.)
• De gewenste baan en de diepte van de DHS-lead zijn mogelijk gecontroleerd
aan de hand van vastlegging met micro-elektroden of een andere geschikte
methode.
DHS-lead implanteren
De DHS-leads worden geïmplanteerd en het therapeutische voordeel wordt
vastgesteld.
1. Bereid de DHS-lead voor op implantatie. Controleer de DHS-lead visueel en
bepaal of deze kan worden geïmplanteerd.
2. Voer de DHS-lead door de canule om op een juiste passing te controleren.
3. Breng de canule (met stilet) tot de gewenste diepte in de hersenen in.
Opmerking: De diepte van de canule is afhankelijk van de voorkeur van de arts.
4. Monteer de leadaanslag door het gedeelte met
schroefdraad van de schroef gedeeltelijk in het gat met
schroefdraad van de ring te schroeven.