33
NL
Algemene veiligheidsinstruc-
ties
Belangrijk! Lees de gebruiks-
aanwijzing zorgvuldig. Be-
waar de gebruiksaanwijzing
om ze na te lezen.
Dit apparaat kan bij een
onoordeelkundig gebruik
ernstige verwondingen ver-
oorzaken. Om lichamelijke
letsels en materiële schade
te vermijden, leest u de on-
voorwaardelijk volgende vei-
ligheidsinstructies en neemt
u ze in acht en maakt u zich
goed met alle bedieningson-
derdelen vertrouwd.
Voorbereiding:
• Dit apparaat is er niet voor be-
stemd, door personen (kinderen
inbegrepen) met beperkte fy-
sieke, zintuiglijke of geestelijke
capaciteiten of bij ontstentenis
van ervaring en/of bij gebrek aan
kennis gebruikt te worden, tenzij
ze onder het toezicht van een
voor hun veiligheid instaande
persoon staan of van deze per-
soon aanwijzingen krijgen, hoe
het apparaat te gebruiken is.
• Geef nooit toestemming aan
kinderen of andere personen,
die de gebruiksaanwijzing
niet kennen, het apparaat te
gebruiken. Lokale bepalingen
kunnen de minimumleeftijd van
de persoon, die het apparaat
bedient, vastleggen.
• Maak nooit gebruik van het ap-
paraat terwijl andere mensen,
in het bijzonder kinderen, en
huisdieren in de buurt zijn.
• Op kinderen moet er toezicht
uitgeoefend worden om te vrij-
waren dat ze niet met het ap-
paraat spelen.
• De operator of gebruiker is en-
kel voor ongevallen of schade
aan andere mensen of aan hun
eigendom verantwoordelijk.
• Controleer het terrein, waarop
het apparaat gebruikt wordt, en
verwijder stenen, stokken, dra-
den of andere vreemde voor-
werpen, die vastgegrepen en
weggeslingerd kunnen worden.
• Draag geschikte werkkledij zo-
als vast schoeisel met slijpvrije
zool en een robuuste, lange
broek. Gebruik het apparaat
niet als u blootsvoets stapt of
open sandalen draagt. Vermijd
het dragen van losse kledij of
kledij met hangende touwtjes
of ceinturen.
• Voer telkens vóór gebruik een
visuele controle van het appa-
raat door. Gebruik het apparaat
niet als beschermingsinrich-
tingen (bijvoorbeeld stootbe-
scherming of grasvangzak),
onderdelen van de snoei-
inrichting of bouten ontbreken,
versleten of beschadigd zijn.
Ter preventie van een onba-
lans mogen beschadigde werk-
tuigen en bouten slechts per
set uitgewisseld worden.
• Wees voorzichtig bij apparaten
met meerdere snoeiwerktui-
gen, omdat de beweging van
een mes tot een rotatie van de
overige messen kan leiden.
• Gebruik enkel reserveonderde-
len en toebehoren, die door de