Nederlands (NL)
140
9. Opsporen van storingen
Als de pomp niet inschakelt wanneer de storing hersteld is, neem dan contact op met uw pompleverancier of
Grundfos voor meer informatie.
Storing Oorzaak Oplossing
1. De pomp schakelt
niet in.
a) Onvoldoende water. Herstel de watertoevoer/repareer de
zuigleiding.
b) Oververhitting als gevolg van te
hoge vloeistoftemperatuur
(hoger dan +35 °C).
Voer koude vloeistof toe aan de pomp.
c) Oververhitting als gevolg van
vastgelopen/verstopte pomp.
Neem contact op met uw
pompleverancier.
d) Te lage of te hoge
voedingspanning.
Controleer de voedingspanning en herstel
de storing, indien mogelijk.
e) Geen voedingspanning. Schakel de voedingspanning in.
f) Geen watergebruik. Draai een kraan open. Controleer dat de
hoogte tussen het hoogste punt van de
persleiding en de pomp niet meer is dan
15 meter.
g) De pomp is in de alarmtoestand. Reset de pomp met de aan/uit-toets.
Zie punt 2 in de tabel in paragraaf
5.1 Bedieningspaneel.
2. De pomp schakelt
niet uit.
a) Het bestaande leidingwerk lekt of is
defect.
Repareer het leidingwerk.
b) De terugslagklep is geblokkeerd of
ontbreekt.
Reinig de klep of plaats een
terugslagklep.
3. De pomp schakelt
uit tijdens bedrijf.
a) Drooglopen. Herstel de watertoevoer/repareer de
zuigleiding.
b) Oververhitting als gevolg van te
hoge vloeistoftemperatuur
(hoger dan +35 °C).
Voer koude vloeistof toe aan de pomp.
c) Oververhitting veroorzaakt door:
– hoge omgevingstemperatuur
(> 45 °C)
– overbelaste motor
– vastgelopen motor/pomp.
Neem contact op met uw
pompleverancier.
d) Te lage voedingspanning. Controleer de voedingspanning en herstel
de storing, indien mogelijk.
4. De pomp schakelt
uit tijdens bedrijf.
Het "Alarm"
signaallampje
knippert.
a) Veelvuldige in/uitschakelingen
veroorzaakt door
– lekkage in zuigleiding
– druppelende kraan
– doorlopend toilet.
Herstel de watertoevoer/repareer de
zuigleiding.
5. De pomp schakelt
te vaak in en uit.
a) Lekkage in zuigleiding of lucht in
het water.
Herstel de watertoevoer/repareer de
zuigleiding.
b) Te lage of te hoge druk in druktank. Controleer de druk in de druktank.
Zie paragraaf 4.1 Bedrijfscondities.
6. De pomp geeft
elektrische
schokken.
a) Defecte aarding. Verbind de pomp met de aarde
overeenkomstig de plaatselijke
regelgeving.
7. De pomp schakelt
in wanneer er
geen water wordt
gebruikt.
a) Defecte terugslagklep, of het
leidingwerk lekt of is defect. Repareer de terugslagklep of het
leidingwerk.