Nederlands (NL)
457
7.3 Procedure voor het installeren van de
opvoerinstallatie
1. Controleer de leveringsomvang.
Voor de leveringsomvang, zie paragraaf 2. Leveringsomvang.
2. Maak de instelbare instroomopening aan de achterkant van
de MOG of MDG.
De draaibare schijfvormige instroomopening heeft een
DN 100 aansluiting waarbij de hoogte van deze opening kan
worden ingesteld op elke waarde tussen 180 en 315 mm
boven vloerniveau. De meest gebruikelijke hoogtes, 180, 250
en 315 mm, staan aangegeven naast de instroomopening. Zie
afb. 19. Een schijfvormige instroomopening met een DN 150
opening is verkrijgbaar als toebehoren. Zie afb. 20. De
schroeven rondom de buitenste ring van de schijfvormige
instroomopening zijn niet volledig vastgedraaid waardoor de
schijfvormige instroomopening kan worden gedraaid. Hier-
door kan de instroomopening worden aangepast aan de
gewenste instroomhoogte. Draai alle schroeven vast wanneer
de gewenste instroomhoogte is ingesteld. Alle schroeven
moeten worden vastgedraaid tot max. 9 Nm.
Afb. 19 DN 100 schijfvormige instroomopening, instelbaar van
180 tot 315 mm boven de vloer tot het midden van de
instroomleiding.
Afb. 20 DN 150 schijfvormige instroomopening als optie,
instelbaar van 207 tot 279 mm boven de vloer tot het
midden van de instroomleiding.
Afb. 21 Niet vastgedraaide schroef in de buitenste ring
Afb. 22 Afdichten van de belangrijkste instroomopening.
3. Bereid de optionele instroomopeningen voor door de
gewenste opening uit te zagen.
Gebruik gatenzagen ∅150 voor DN 150, ∅100 voor DN 100
en ∅43 voor DN 50 instroomopeningen. De snijlijn moet ver-
zonken zijn. De openingen moeten ontbraamd worden om
scherpe zaagranden te vermijden. De verbindingen zijn voor-
zien van moffen.
Voordat de Multilift MOG of MDG wordt aangeslo-
ten: denk er bij het draaien van de schrijfvormige
instroomopening voor de juiste hoogte van de
instroomleiding aan dat de opvoerinstallatie en
de afvoer dientengevolge zijwaarts zullen bewe-
gen (max. 72,5 mm). Zie afb. 19.
TM05 0351 2811TM05 1669 3411
TM05 0336 1011
De Multilift MOG en MDG opvoerinstallaties wor-
den geleverd met losjes aangedraaide schroeven
in de buitenste ring van de draaibare schijfvor-
mige instroomopening. Zie afb. 21. Controleer
alle schroeven en draai deze vast met een max.
aandraaimoment van 9 Nm voordat de instroom-
leiding wordt aangekoppeld.
Als de belangrijkste instroomopening niet wordt
gebruikt, dan kan deze eenvoudig worden afge-
dicht met een standaard DN 100 leidingstop,
vastgedraaid met drie schroeven en sluitringen.
Zie afb. 22.
Alleen de schroeven en de sluitringen worden
geleverd bij de opvoerinstallatie. De leidingstop
moet los worden gekocht.
TM05 0329 1011 / TM05 0352 1011