Inbedrijfstelling
- 52 - 02.16909.2759.9-00
TIG-brander aansluiten
V
Sluit TIG-brander 58 aan op de minpool 3 en zet deze
vast door deze rechtsom te draaien.
Beschermgases aansluiten
VI
Zet beschermgases 60 vast, bijv. met een borgket-
ting.
Open gasesventiel 61 verschillende malen kort om
eventueel aanwezige vuildeeltjes weg te blazen.
Sluit drukregelaar 64 op beschermgases 60 aan.
Schroef slang 65 voor het beschermgas op drukrege-
laar 64 en open gasesklep 61.
Open gasklep 56 bij de TIG-klepbrander.
Het beschermgas stroomt eruit.
Stel de hoeveelheid gas in met behulp van stelschroef
66 van de drukregelaar.
De gashoeveelheid wordt op de debietmeter 63 weergege-
ven.
Vuistregel:
Grootte van het gasmondstuk = liter/min.
De inhoud van de es wordt op inhoudsmanometer 62
weergegeven.
13 Bedieningspaneel
VII
10 LED Storing
brandt continu als de installatie oververhit is,
knippert bij een storing (zie hoofdstuk Meldingen),
vlamboog kan niet worden ontstoken.
11 LED VRD (alleen bij apparaten met VRD) brandt
continu bij actieve werking VRD (vermindering
van de nullastspanning). Knippert als de uitgangs-
spanning de volgens de norm toegestane waarde
overschrijdt (bijv. in de lasmodus).
12 Draaiknop Lasstroom
dient om de lasstroom traploos te kunnen instel-
len.
13 LED Elektrode CEL
brandt bij geselecteerde modus Elektrode CEL
(elektroden met cellulosehoudend omhulsel,
geschikt voor valnaad).
14 LED Elektrode
brandt bij geselecteerde modus Elektrode.
15 LED TIG
brandt als de modus TIG is geselecteerd.
16 Druktoets Elektrode/TIG
dient voor het selecteren van de modus.
17 Druktoets Aan/Uit (2 sec.)
Schakelt het apparaat in of in de standby-modus.
18 LED Aan brandt in ingeschakelde toestand,
knippert eens per 3 sec. in de standby-modus.
Na het insteken van de installatie
– branden alle indicaties gedurende ca. 2 sec. voor de
zelftest.
– is de laatst ingestelde modus geselecteerd.
14 Inbedrijfstelling
14.1 Energiebesparende functie
Energiebesparende functie lasapparaat
Als het lasapparaat op het elektriciteitsnet of de genera-
tor is aangesloten, is de energiebesparende functie van
het lasapparaat actief.
Nadat de netstekker is aangesloten, bevindt het ap-
paraat zich in de standby-modus, LED Aan 18 knippert
eens per 3 sec.
Als het apparaat zich in de standby-modus bevindt,
kan het worden ingeschakeld met druktoets Aan/Uit
17.
Als het apparaat is ingeschakeld, kan het met druk-
toets Aan/Uit 17 in de standby-modus worden gescha-
keld.
Als het apparaat 30 min. niet wordt gebruikt, gaat het
automatisch naar de standby-modus. (BasicPlus)
Functie “Automatische standby” uitschakelen
(BasicPlus)
Druk 10 s lang op toets 17.
De drie LEDs 13, 14 en 15 lichten gedurende 5 s, de
functie “Automatische standby” is uitgeschakeld.
Functie “Automatische standby” inschakelen
(BasicPlus)
Druk 10 s lang op toets 17.
De beide LEDs 13 en 15 lichten gedurende 5 s, de
functie “Automatische standby” is ingeschakeld.