Manitou MRT 1840 ST3B - Page 104

52
IT
EN NL
3 - CONFIGURAZIONE DI LAVORO
3.1 - La prima cifra è relativa al modo
operativo :
1 - Su Stabilizzatori
2 - Su gomme (torretta frontale).
3 - Su gomme (torretta ruotata).
4 - Su stabilizzatori parzialmente
sfilati.
3.2 - La seconda cifra è relativa
all’attrezzatura in uso
(PT,forche,etc...).
3.3 - Cifre relative all’attrezzatura in
uso.
(Vedi immagine 8.8)
4 - LIVELLA A BOLLA ELETTRONICA
GRADUATA (OPTIONAL)
Permette di controllare il livello di
inclinazione della macchina in senso
trasversale e longitudinale.
(Vedi immagine 8.8)
Se necessita, correggere l’inclinazione della
macchina usando il livellamento e/o gli
stabilizzatori.
5 - APPOGGIO MACCHINA
L’area di appoggio della macchina risulta dal
modo operativo selezionato (stabilizzatori,
gomme, etc..)
5.1 - Stabilizzatori appoggiati al suolo.
(Vedi immagine 8.8)
6 - AREA MESSAGGI
Nelle normali condizioni di lavoro vengono
visualizzate allarmi , attenzioni e
riconoscimento dell’accessorio.
Verificare i tipi di allarmi o attenzioni
consultando la pagina del display
“F5
- CONTROLLO MODALITÀ DIAGNOSTICA
MACCHINA.”
3 - WERKCONFIGURATIE
3.1 - Het eerste cijfer heeft betrekking op
de werkmodus:
1 - Op Stabilisatoren
2 - Op banden (zwenkkop naar
voren).
3 - Op banden (zwenkkop
gedraaid).
4 - Op gedeeltelijk uitgetrokken
stabilisatoren.
3.2 - Het tweede cijfer heeft betrekking
op het gebruikte werktuig
(PT,vorken,enz...).
3.3 - Cijfers met betrekking tot de
gebruikte werktuigen.
(Zie afbeelding 8.8)
4 - ELEKTRONISCHE
LUCHTBELWATERPAS MET
SCHAALVERDELING (OPTIONEEL)
Hiermee kunt u de hellingshoek van de
machine controleren, zowel in de lengte als
in de breedte.
(Zie afbeelding 8.8)
Indien nodig, de inclinatie van de machine
corrigeren met behulp van de nivellering
en/of de stabilisatoren.
5 - MACHINESTEUN
Het steunvlak van de machine blijkt uit de
geselecteerde werkmodus (stabilisatoren,
banden, enz..)
5.1 - Stabilisatoren op de grond.
(Zie afbeelding 8.8)
6 - MELDINGENGEBIED
Onder de normale werkomstandigheden
worden hier alarmen, waarschuwingen
en herkenning van het werktuig getoond.
Controleer de soorten alarmen of
waarschuwingen op de pagina van het
display
“F5
- MODALITEIT MACHINEDIAGNOSE.”
3 - WORKING CONFIGURATION
3.1 - The first digit concerns the operating
mode:
1 - On Stabilisers
2 - On wheels (front turret).
3 - On wheels (turret rotated).
4 - On stabilisers partially
extended.
3.2 - The second digit concerns the
attachment being used
(PT, forks, etc...).
3.3 - Digits relative to the attachment
being used.
(See image 8.8)
4 - GRADUATED ELECTRONIC LEVEL
GAUGE (OPTIONAL)
Makes it possible to check the level of
inclination of the vehicle in the transverse
or longitudinal direction.
(See image 8.8)
If necessary, adjust the vehicle inclination
using the level gauge and/or stabilisers.
5 - MACHINE SUPPORT
The area in which the machine is placed
depends on the operating mode selected
(stabilisers, tyres, etc..)
5.1 - Stabilisers resting on the ground.
(See image 8.8)
6 - MESSAGES AREA
In normal operating conditions alarms,
warnings and identification of the
attachment are displayed.
Check the types of alarms or warnings on
the display page
“F5
- MACHINE DIAGNOSTIC MODE CONTROL
."