84
IT
EN NL
CARICABATTERIA
(Vedi immagine 45)
La ricarica della batteria avviene in due
fasi consecutive; una prima fase con un
elevata corrente, per raggiungere in breve
tempo il livello di carica nominale, e una
seconda fase, con una corrente ridotta, per
mantenere la carica raggiunta no a
quando la batteria sarà rimossa. Il tempo
impiegato normalmente per ricaricare una
batteria esaurita è di circa 3 ore. Il
caricabatteria è stato progettato per non
danneggiare la batteria, anche se
sottoposta a lunghi cicli di carica continua.
• Il caricabatteria deve essere installato in
una zona priva di vibrazioni, in cabina o
in una stanza, sempre protetto
dall’umidità, dalla luce diretta del sole e
dalle variazioni di temperatura.
• Il caricabatteria deve essere collegato ad
una tensione di alimentazione da +10Vcc
a +35Vcc.
Funzionamento
Il caricabatterie avvia un ciclo di carica
quando una batteria è inserita (il LED verde
inizia a lampeggiare). Dopo circa 3 ore la
batteria è carica e pronta per l’uso (il LED
verde è acceso sso). Se la tensione al
dispositivo viene a mancare, il caricabatteria
si ricorda l’ultima modalità di lavoro e
riprende a caricare in modo “veloce”
o in modo “mantenimento” quando
l’alimentazione viene ripristinata. In via
precauzionale il caricabatterie smette
sempre di caricare dopo 3 ore, anche
se la batteria non ha raggiunto la carica
completa. A carica avvenuta il LED verde
resterà sempre acceso.
Ci sono due indicatori a LED sul
caricabatteria:
• LED rosso (alimentazione)
- Indica la presenza della tensione
d’alimentazione.
• LED verde (stato di carica)
- Lampeggiante, la batteria è in carica (il
caricabatterie è in modalità di
mantenimento carica).
45
OPLADER
(Zie afbeelding 45)
De batterij wordt in twee opeenvolgende
fases opgeladen; een eerste fase met hoge
stroom, om binnen korte tijd het nominale
capaciteit te bereiken en een tweede
fase met lagere stroom, om de bereikte
oplading te behouden totdat de batterij
verwijderd wordt. De normale oplaadtijd
voor een lege batterij is ongeveer 3 uur.
De oplader is ontworpen om de batterij
niet te beschadigen ook al wordt hij aan
langdurige continue laadcicli onderworpen.
• De oplader moet in een zone zonder
trillingen geïnstalleerd worden, in de
cabine of in een kamer beschermd
tegen vocht, tegen direct zonlicht en
temperatuurschommelingen.
• De oplader moet verbonden worden met
een voedingsspanning van +10Vcc tot
+35Vcc.
Werking
De oplader start met een oplaadcyclus
als er een batterij in geplaatst wordt (de
groene LED begint te knipperen). Na
ongeveer 3 uur is de batterij opgeladen
en klaar voor het gebruik (de groene LED
is ononderbroken aan). Als de stroom
ontbreekt herinnert de oplader zich de
laatste werkmodus en hervat de “snelle”
oplading of het “behoud” als de stroom
weer terug is. Uit voorzorg stopt de oplader
altijd na 3 uur met opladen, ook al heeft
de batterij de volledige oplading nog niet
bereikt. Na het opladen blijft de groene LED
altijd branden.
Er zijn twee LED’s op de oplader:
• rode LED (voeding)
- Geeft aan dat er voedingsspanning
aanwezig is.
• groene LED (staat van lading)
- Knipperend, de batterij wordt opgeladen
(de oplader behoud de lading van de
batterij).
BATTERY CHARGER
(See image 45)
The recharging of the battery occurs in
two consecutive steps; a rst step with a
high current, to reach the nominal charge
level in the shortest possible time, and a
second step, with a low current, to maintain
the charge reached until the battery is
removed. The time normally taken for
recharging a at battery is approx. 3
hours. The battery charger is designed to
avoid damaging the battery, even when
subjected to long continuous charging
cycles.
• The battery charger must be installed in an
area free of vibrations, in a cab or in a room,
always protected from humidity, direct
sunlight and temperature variations.
• The battery charger must be connected to
a +10Vcc - +35Vcc supply voltage.
Operation
The battery charger starts up a charging
cycle when a battery is inserted (the green
LED starts ashing). After about 3 hours the
battery is charged and ready for use (the
green LED switches ON with a steady light).
If the power supply to the device is cut o,
the battery charger remembers the last
operating mode and resumes charging in
"rapid" or "maintenance" mode when the
power supply is restored. As a precaution,
the battery charger always stops charging
after 3 hours, even if the battery has not
reached the complete charge. When the
charge is complete the green LED will
always remain On.
There are two LED indicators on the battery
charger:
• red LED (power supply)
- Indicates the presence of the power
supply.
• green LED (charge status)
- Flashing light, the battery is being
charged (the battery charger is in charge
maintenence mode).